Thānissaro Bhikkhu

Factoren voor Verlichting Deel 4: Energie

Factoren voor Verlichting Deel 4: Energie

De Boeddha zegt dat drie factoren van het pad rond alle andere factoren zweven. Er is juiste zienswijze, die je, laten we zeggen, helpt te weten wat juiste spraak of verkeerde spraak, juiste actie of verkeerde actie, juiste bewuste aandacht of verkeerde bewuste aandacht is. Dan is er de juiste bewuste aandacht, die rekening houdt met het feit dat je heilzame kwaliteiten wilt ontwikkelen – de juiste factoren – en de onheilzame, de verkeerde factoren wilt opgeven. En dan is er de daadwerkelijke inspanning, een juiste inspanning die de heilzame kwaliteiten probeert te ontwikkelen en de onheilzame verlaat.

Deze factoren zijn ook de eerste drie factoren voor verlichting, zij het dat ze in een andere volgorde worden vermeld: bewuste aandacht; analyse van fenomenen, wat hetzelfde is als juiste zienswijze; en energie, wat hetzelfde is als de juiste inspanning. Deze kwaliteiten moeten samengaan, want zonder juiste zienswijze en juiste bewuste aandacht dwaalt je inspanning af in andere richtingen. Zonder de juiste inspanning, juiste zienswijze en juiste bewuste aandacht kan je niet veel bereiken.

Dus als je moeite doet om te oefenen, moet je het begrijpen. Begrijp wat je doet, waarom je het doet en, zodra je dat begrip hebt, moet je het in gedachten houden. Anders gaat de inspanning met horten en stoten. Ze dwaalt af. Ze bouwt geen momentum op. Of anders is ze gewoon verspild.

Er is een serie afbeeldingen die de Boeddha geeft van mensen die veel energie in de praktijk steken, maar die het op de verkeerde manier doen en dus geen resultaten krijgen. Als gevolg hiervan raken ze ontmoedigd. Ze beginnen zich af te vragen of inspanning überhaupt iets kan doen. Je moet niet vergeten dat er in de tijd van de Boeddha veel mensen waren die zeiden dat als je moeite doet om te oefenen, je geen resultaten zult krijgen, ongeacht hoe graag je ze wilt, omdat menselijke inspanningen gewoon te zwak en ineffectief zijn. Tegenwoordig hebben we het idee dat elke inspanning het ongeconditioneerde in de weg zal staan, dus stop je helemaal met het uitoefenen van enige inspanning. Ga daar gewoon zitten en laat het bewustzijn zijn als een grote open lucht met wolken die naar binnen en naar buiten drijven, zonder dat je iets doet, en dat is het ongeconditioneerde.

Maar dat is niet het ongeconditioneerde, en dat was niet de benadering van de Boeddha. Hij zei dat je moet begrijpen waar inspanning het beste kan worden toegepast. Het is alsof je melk uit een koe probeert te krijgen. Als je de hoorn draait, krijg je geen melk. Als je de hoorn meer en meer draait en veel moeite doet om de hoorn te draaien, maakt het nog steeds geen verschil. Je krijgt geen melk. Op dat moment is het gemakkelijk om ontmoedigd te raken, denkend dat inspanning misschien geen goede zaak is. Je stopt met het draaien van de hoorn en je voelt je veel beter, meer ontspannen. Maar het feit is dat je nog steeds geen melk krijgt. Je hebt niets om je honger of dorst te stillen.

Het probleem ligt niet zozeer bij inspanning in het algemeen. Het gaat om jouw misverstand over waar het toe te passen. Je trekt aan de uier en je krijgt de melk. Je hoeft ook niet hard te trekken. Je richt je inspanning op de juiste plek en je krijgt resultaten.

Je moet dit punt in gedachten houden omdat het zo gemakkelijk is om te vergeten dat je hier zit te mediteren en je op de adem concentreert: je bent zo naar elders vertrokken. Of je wordt afgeleid door iets in de adem zelf. Dingen worden aangenaam, dingen worden comfortabel, en zoals Ajahn Fuang zou zeggen, je handen en voeten laten los en je valt gewoon in het welbehagen, vergetend dat het welbehagen door oorzaken moet komen, en als je de oorzaken opgeeft, verdwijnt het welbehagen na een tijdje.

Dus dat is iets waar je op moet letten. Het is niet zo dat alleen de dingen die je wegtrekken van je meditatie lastig zullen zijn. Soms kunnen sommige van de goede dingen die naar voren komen als onderdeel van de meditatie ook lastig zijn. Ajahn Lee heeft een hele lijst met goede dingen in de meditatie die problemen kunnen veroorzaken als je er niet goed mee omgaat. Bijvoorbeeld, veel mensen mediteren zodat ze visioenen kunnen krijgen. Ze willen iets zien. In feite is dat vaak een van de eerste vragen die je in Thailand wordt gesteld wanneer mensen erachter komen dat je mediteert: “Ah, als je mediteert, wat zie je dan?” – in de hoop dat je lotnummers of geesten hebt gezien van de doden, of wat dan ook. Dat is een grote afleiding.

Zelfs het gevoel van vervoering dat in de meditatie kan komen kan ook een afleiding zijn. Het gevoel van plezier en gemak kan overweldigend zijn. Als je het ziet aankomen en je probeert het te pakken, mis je alles wat echt goed is. Je zult de adem verlaten en je meditatie zal een beetje rondzweven, en dan zul je je afvragen waar je was.

Daarom is bewuste aandacht zo’n belangrijk onderdeel van de concentratie. Je moet onthouden om je adem in gedachten te houden. Als je je niet rechtstreeks op de ademhaling concentreert, houd dan in ieder geval rekening met het feit dat je te maken hebt met gevoelens en geestestoestanden, een van de vier referentiekaders. En als je je op gevoelens gaat concentreren, wentel je dan niet gewoon in het gevoel. Vergeet niet dat je de oorzaak zoekt. Dat neemt je mee terug naar de adem aan de ene kant, en naar de standvastigheid van je blik aan de andere kant.

Je moet niet vergeten dat dit werk is dat we hier doen, ook al kan het heel prettig werk zijn. Je wilt niet het soort persoon zijn dat een beetje werk doet en dan, wanneer je je eerste salarisstrookje krijgt, voor een week verdwijnt en eropuit gaat om al het geld uit te geven. En als je geld op is, moet je terugkomen en opnieuw om de baan vragen. Als je dit blijft doen, zul je nooit een loonsverhoging krijgen.

Je moet je realiseren dat de vooruitgang komt door vast te houden aan de adem in zijn verschillende manifestaties. Als je niet vasthoudt aan de in- en uitademing, probeer dan bij het gevoel van ademenergie te blijven die door het lichaam stroomt. Zorg ervoor dat elk deel van het lichaam wordt gevoed door die energie. Je stopt met het draaien van de hoorn van de koe, maar je doet echt moeite: je trekt aan de uier.

Een ander beeld dat de Boeddha geeft, is proberen olie te krijgen. Je maalt grind maar grind heeft geen olie. Je krijgt alleen grindstof. Als je olie wilt, kun je sesamzaad of elke plant die olie heeft malen. Hetzelfde met de meditatie: je moet weten waar de inspanning op moet worden gericht. Je focust op de standvastigheid van je blik. Je wilt je niet concentreren op het anticiperen op dingen.

Ik kreeg vanavond een telefoontje van iemand die wilde weten hoe lang het zou duren om stroombetrederschap te bereiken. Ze hoopte dat het een kwestie van maanden zou zijn. En ik zei haar dat je je daar niet op kunt concentreren. Waar ga je naar stroombetrederschap zoeken? Je moet hier precies naar je adem kijken. Zoals bij elke reis, moet je je concentreren op waar je je voeten plaatst. Als je een denkbeeldige foto in gedachten hebt over hoe het doel eruit gaat zien, kun je niet op de foto lopen. De foto brengt je daar niet heen. Het kan je motiveren, maar de daadwerkelijke aankomst hangt af van het kijken waar je je stappen zet om ervoor te zorgen dat je op koers bent, en dat je niet op iets glibberigs gaat staan en valt.

Dus concentreer je de inspanning hier, op voortdurend terugkomen naar de adem, op je referentiekader. Wat er ook gebeurt, je wilt er vakkundig mee omgaan in de context van dat kader. Dit is waar het allemaal om draait bij bewuste aandacht. Het zijn niet alleen dingen die je ziet komen en gaan terwijl je niets doet.

Ik las een tijdje terug een boek waarin de auteur beweerde dat er in principe twee paden zijn. De ene is het pad van juiste bewuste aandacht en de andere is het pad van juiste inspanning en juiste concentratie. Op het pad van juiste bewuste aandacht doe je niets anders dan dingen te zien opkomen en verdwijnen en ze zichzelf te laten uitzoeken, terwijl je op het pad van inspanning en concentratie veel moeite doet om de heilzame dingen te laten komen en de onheilzame dingen weg te laten gaan. Het idee van de auteur was dat het eerste pad meer onderscheidingsvermogen[1] gebruikt en wijzer en gemakkelijker is. Maar ik heb dat pad nooit ergens toe zien leiden. Ik heb de Boeddha dat pad nog nooit zien onderwijzen. Hij onderwees slechts één pad, en op dat pad moeten juiste bewuste aandacht, juiste inspanning en juiste concentratie allemaal samengaan.

Je herinnert je dat je de juiste inspanning moet leveren en weet waar je het moet toepassen, op basis van wat je hebt geleerd, hetzij uit Dhamma-toespraken die je hebt gehoord, uit je eigen lezing of uit je eigen praktijk. Je leert je lessen en je probeert ze in gedachten te houden zodat je ze kunt toepassen. Dan krijg je je eigen gevoel over hoeveel je moet duwen. Soms ben je heel opmerkzaam, maar doe je niet veel – je kijkt gewoon wat er aan de hand is. Vooral als je iets niet kunt bedenken, wanneer alle verschillende benaderingen die je in het verleden hebt toegepast niet lijken te werken, kijk je gewoon een tijdje naar dingen om te begrijpen wat er gebeurt. Maar als je iets vindt dat werkt, ga je gang en doe het.

Omdat de referentiekaders er zijn om je eraan te herinneren dat dit de dingen zijn waar je op let. Wanneer je ze ziet verschijnen, onthoud dan dat er een plicht tegenover hen is. Je hebt de Vier Nobele Waarheden en ze vertellen je dit te doen: als je tegen stress of lijden aanloopt, wil je het begrijpen. Als je kunt zien wat die stress veroorzaakt, wil je dat loslaten. Wat betreft de factoren van het pad – alles van de juiste zienswijze tot de juiste concentratie – dat zijn dingen die je probeert te laten ontstaan ​​als ze er niet zijn, en ze te handhaven en verder te ontwikkelen wanneer ze er zijn. En op die manier begin je je te realiseren hoe het einde van lijden is.

Er zijn dus plichten van toepassing op alles wat in de vier referentiekaders wordt vermeld. En je houdt die referentiekaders in gedachten zodat je je kunt herinneren, wanneer sensueel verlangen ontstaat, dat het iets is dat je wilt loslaten. En hoe doe je het op een manier die effectief is? Wanneer de vervoering zich voordoet, hoe ontwikkel je die dan op een vakkundige manier? Wanneer kalmte ontstaat, hoe ontwikkel je die op een bekwame manier? Wanneer kwade wil of dufheid of zwaarte ontstaan, hoe laat je ze achter en word je er niet in gezogen?

Dit betekent dat je je aandacht vasthoudt om te onthouden wat je nu moet doen en de juiste vragen om te stellen wat je doet. Op die manier kunt je je inspanning leveren op een manier die echt de melk of de olie krijgt – omdat je de juiste soort inspanning levert en je deze op de juiste plaats richt.

Lees Meer Over de Factoren voor Verlichting

Voetnoten

[1] Ṭhānissaro Bhikkhu gebruikt ‘onderscheidingsvermogen’ (Eng. discernment) als vertaling van de 2e  verlichtingsfactor ‘Analyse van fenomenen’ (Pali-term: dhamma vicaya). Het is een verbijzondering/uiting van paññā, wat als wijsheid wordt vertaald. De echte betekenis gaat veel verder dan we doorgaans verstaan onder onderscheidingsvermogen. Het is deze factor waarmee je, op het niveau van de ultieme werkelijkheid, het niveau van de dhamma’s, de kleinst mogelijk waarneembare entiteiten zowel op fysiek als mentaal niveau, onderzoek doet naar hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Hier verwijst de Pali-term dhamma vicaya dan ook naar. Hiervoor is tevens een bijzonder hoge concentratie noodzakelijk.


Bovenstaande tekst is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald. De Engelse versie, Persistence staat op dhammatalks.org.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Over Thānissaro Bhikkhu

Thānissaro Bhikkhu (Geoffrey DeGraff) is een Amerikaanse boeddhistische monnik in de kammaṭṭhāna (Thaise bos) Traditie. Na zijn afstuderen op het Oberlin College in 1971 met een graad in Europese Intellectuele Geschiedenis, reisde hij naar Thailand, waar hij meditatie bestudeerde bij Ajahn Fuang Jotiko, die zelf een discipel was van de overleden Ajahn Lee.

Hij trad in 1976 in Wat Dhammasathit toe tot de orde van monniken, waar hij na de dood van zijn leraar in 1986 bleef. In 1991 reisde hij naar de heuvels van San Diego County in de VS, waar hij Ajahn Suwat Suwaco hielp met het oprichten van Metta Forest Monastery (Wat Mettavanaram). Sinds 1993 is hij abt van dat klooster.

Ṭhānissaro Bhikkhu is misschien wel het meest bekend om zijn vertalingen van de Dhammapada en de Sutta Pitaka - meer dan 1000 sutta’s - dat zo het hoofdaandeel aan sutta-vertalingen voor de website Accesstoinsight vormt, en zijn vertalingen van 'Dhamma-talks' van de Thaise (bos-) Ajahns. Hij heeft ook meerdere eigen werken over de Dhamma en studiegidsen voor zijn Pali vertalingen geschreven.

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276