Richt je aandacht hier. Het bewustzijn zal andere ‘hiers’ creëren om je weg te voeren van hier. Maar je hoeft niet met hen mee te gaan. Het beeld van Ajahn Lee is van een paal aan de rand van de zee. De zee stijgt, maar de paal stijgt niet met de zee mee. De zee ebt weg, maar de paal gaat er niet uit. Hij blijft daar. Probeer je aandacht zo constant mogelijk te houden. Houd het stil.
In Thailand vertalen ze ‘concentratie’ in het Thais als ‘vastberaden’. Met andere woorden, het bewustzijn is niet eenvoudig stil en rustig. Er is ook een zeer sterke intentie nodig om zo te blijven, deze stilte te behouden.
En leg voorlopig opzij wat je hebt gelezen over concentratie. Laat het je hier niet in de weg staan om hier aanwezig te zijn. Je bent hier om je te concentreren op de adem, niet op gedachten over jhāna of absorptie. In feite zelfs de woorden van dit gesprek: laat ze je niet in de weg staan bij je concentratie op de adem, de adem te zien terwijl hij binnenkomt, terwijl hij naar buitengaat, bij je plan te zijn om precies hier bij de adem te blijven. Dit gesprek is om je aan te moedigen. Het is niet bedoeld om je af te leiden.
Om hier te blijven heb je natuurlijk motivatie nodig. Je moet begrijpen dat dit goed is om te doen. En er is zoveel dat je wegtrekt en je vertelt dat dat niet zo is. In de buitenwereld zeggen ze dat veel andere dingen de moeite waard en interessanter zijn in het leven. Zelfs moderne boeken over Dhamma zeggen dat je niet vast wilt komen te zitten aan concentratie, dat je veel liever rechtstreeks inzicht wilt bereiken want dat is waar de echte actie is.
Het is zelfs behoorlijk pervers. In zoveel boeken over concentratie, op pagina één definiëren ze het, op pagina twee vertellen ze je dat het gevaarlijk is, voordat ze er zelfs iets anders over uitleggen. Dat was natuurlijk niet de benadering van de Boeddha. Hij moedigde mensen altijd aan om het bewustzijn geconcentreerd te krijgen. Jhāna, juiste concentratie, zei hij, was het hart van het pad. Toen hij de monniken vertelde om te gaan mediteren, zei hij: “Ga jhāna doen.” Dit is het “doen” van het pad.
En, zoals Ajahn Lee opmerkt, is dit een van de moeilijkere delen van het pad om te doen. Het vereist het meeste werk en de meeste intentie. Dit kan een van de redenen zijn waarom mensen er graag een manier omheen vinden. Volgens het beeld van Ajahn Lee zijn de drie hoofdonderdelen van het pad – moraliteit, concentratie en onderscheidingsvermogen[1] – als de palen voor een brug over een rivier. Moraliteit is de paal aan deze kant van de rivier, onderscheidingsvermogen ligt aan de andere kant van de rivier, terwijl de concentratiepaal precies in het midden van de rivier staat, waar de stroming het sterkst is, dus het vereist het meeste werk om hem op zijn plaats te krijgen. Wees bereid zoveel mogelijk energie te geven als je kunt, in het besef dat dit echt is wat het verschil gaat maken.
Je kunt zoveel lezen als je wilt over onderscheidingsvermogen, wisselvalligheid, stress, niet-zelf, leegte, wat dan ook, maar het gaat het bewustzijn niet echt in bedwang houden totdat het bewustzijn stevig tot rust komt en stil kan zijn. Hoe graag het bewustzijn ook over die dingen leest, zijn voedingsgewoonten zijn nog steeds laag. Het beeld van Ajahn Chah van westerlingen is een van die opmerkingen die je te wachten staat. Hij zei dat westerlingen als gieren zijn: ze vliegen heel hoog, maar ze eten heel laag. We denken graag aan abstracte concepten, maar waar gaan we naartoe als we op zoek zijn naar plezier? Recht op lust af, op alle grove sensuele genoegens.
We moeten het bewustzijn trainen om zijn smaakstandaard te verhogen. Dat is een van de functies van concentratie: ons een beter niveau van plezier geven, een plezier dat niet voortkomt uit sensualiteit maar uit vorm, d.w.z. het lichaam zoals je het van binnenuit voelt. Dit plezier vereist niet dat de wereld buiten op een bepaalde manier is. Het enige dat nodig is, is dat je aandacht besteedt aan wat je hier al hebt – wat betekent dat er veel minder onheilzame activiteiten zijn om toegang te krijgen tot dit plezier en het te behouden. Het vereist niet dat je iets van de wereld neemt, en het vertroebelt je visie niet op dezelfde manier als sensuele genoegens.
Geconcentreerd zijn is dus eigenlijk een stuk veiliger dan niet geconcentreerd zijn. Wanneer je niet geconcentreerd bent, ga je terug naar je oude fascinatie voor sensualiteit. En het is vanwege de sensualiteit dat mensen moorden en stelen en liegen en allerlei onheilzaam gedrag vertonen. Maar niemand is ooit vermoord om jhāna, niemand heeft ooit iets gestolen. Als je in jhāna bent, heb je namelijk veel minder kans om te moorden en te stelen, omdat je hier iets heel, heel goeds hebt dat niet afhankelijk hoeft te zijn van iemand anders.
Dus leer dit plezier, dit gevoel van welzijn van binnen te cultiveren. Kijk er naar om. Draag er zorg voor. Het is zo belangrijk dat de Boeddha, toen hij sprak over respect voor de drievoudige training, een stap terug deed en zei: Heb respect voor concentratie. Het maakt deel uit van de drievoudige training, maar het is het gedeelte dat vaak over het hoofd wordt gezien, dus benadrukte hij het opnieuw. Realiseer je dat je hier iets waardevols hebt. In het begin lijkt het misschien niet zo veel, maar als je er om geeft, groeit het.
En leer hoe je niet ongeduldig moet zijn. Het is een kwestie van de juiste balans: weten hoe je je concentratie kunt stimuleren zonder er zo hard op te drukken dat je het doodt. Denk aan het beeld van de Boeddha van de dwaze, onervaren koe. Ze heeft gras en water in haar weiland op de heuvel, en ze kijkt naar een andere heuvel waar ze een andere weide ziet met gras en water, en ze vraagt zich af: “Hoe zou het gras en het water er daar zijn?” Dus gaat ze de heuvel af om de andere heuvel op te gaan. Maar omdat ze dwaas en onervaren is, weet ze niet goed hoe ze heuvels op en af moet gaan en raakt ze vast in het ravijn. Op die manier verliest ze beide weiden. Dus leer hoe je jezelf tevreden kunt stellen met wat je hebt en laat het zich ontwikkelen. Zorg er voor en het zal vanzelf groeien. Je hebt hier gras, je hebt hier water, je hebt alles wat je nodig hebt. Als je neigt naar de plek waar je je op richt – je vindt het aangenaam, de adem voelt goed, het bewustzijn voelt zich thuis – draag er zorg voor en het zal groeien.
En als je er zorg voor draagt, zul je veel gaan leren over het bewustzijn. Het is niet zo dat je je concentratie laat vallen om je op onderscheidingsvermogen te richten. Je leert over het bewustzijn, je krijgt onderscheidingsvermogen, door je concentratie te onderhouden, de ups en downs op te merken. Als het beter werd, wat deed je net toen het beter werd? Als het erger werd, wat deed je net toen het erger werd? Als het lijkt alsof het zijn evenwicht verliest en omvalt, hoe krijg je het dan weer in evenwicht?
Terwijl je op deze manier voor concentratie zorgt, leer je veel over vorm, dat wil zeggen, de vorm van het lichaam, de gevoelens die ontstaan wanneer je je op de adem concentreert, de percepties die je ofwel bij de adem houden of je wegtrekken, de hersenspinsels die je opnieuw helpen de adem te onderzoeken of je helpen de adem te verliezen, en je bewustzijn van al deze dingen: je bewustzijn. Je leert op een praktische manier over de vijf aggregaten door je concentratie te handhaven.
Dus terwijl je leert hoe je het in veel verschillende situaties kunt vasthouden, leer je veel nuttige dingen over het bewustzijn. Je leert over de aggregaten, je leert over welke heilzaam zijn en welke niet. Je leert hoe je heilzame verzinsels ontwikkelt en onheilzame opgeeft. En het is op deze manier dat concentratie tot onderscheidingsvermogen leidt. Het bouwt zowel voort op onderscheidingsvermogen als dat het de voorwaarden schept voor meer onderscheidingsvermogen. Immers, als je niet enig begrip van het bewustzijn zou hebben, zou je het niet tot rust kunnen brengen. Zodra het tot rust komt, kun je de dingen nog duidelijker zien.
Dus probeer deze combinatie van concentratie en onderscheidingsvermogen te ontwikkelen, en alles wat je wilt weten zal hier verschijnen.
Lees Meer Over de Factoren voor Verlichting
- Factoren voor Verlichting Deel 1: Introductie
- Factoren voor Verlichting Deel 2: Bewuste Aandacht
- Factoren voor Verlichting Deel 3: Analyse van Fenomenen
- Factoren voor Verlichting Deel 4: Energie
- Factoren voor Verlichting Deel 5: Vervoering
- Factoren voor Verlichting Deel 6: Kalmte
- Factoren voor Verlichting Deel 7: Concentratie
- Factoren voor Verlichting Deel 8: Gelijkmoedigheid
- Factoren voor Verlichting Deel 9: Vaardigheden voor Verlichting
- Factoren voor Verlichting Deel 10: Naar Bevrijding
Voetnoten
[1] Ṭhānissaro Bhikkhu gebruikt ‘onderscheidingsvermogen’ (Eng. discernment) als vertaling van de 2e verlichtingsfactor ‘Analyse van fenomenen’ (Pali-term: dhamma vicaya). Het is een verbijzondering/uiting van paññā, wat als wijsheid wordt vertaald. De echte betekenis gaat veel verder dan we doorgaans verstaan onder onderscheidingsvermogen. Het is deze factor waarmee je, op het niveau van de ultieme werkelijkheid, het niveau van de dhamma’s, de kleinst mogelijk waarneembare entiteiten zowel op fysiek als mentaal niveau, onderzoek doet naar hoe de werkelijkheid in elkaar steekt. Hier verwijst de Pali-term dhamma vicaya dan ook naar. Hiervoor is tevens een bijzonder hoge concentratie noodzakelijk.
Bovenstaande tekst is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald. De Engelse versie, Concentration staat op dhammatalks.org.
Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.
Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg
Boeddha, Dhp 276