Het woord vipassanā is samengesteld uit twee delen: vi, wat ‘helder’ betekent, en passanā, wat “zien betekent.
Vipassanā betekent dus ‘helder zien’ of beter ‘de dingen zien zoals ze zijn’.
Meestal wordt vipassanā-meditatie echter vertaald als ‘inzichtmeditatie’, verwijzend naar het uiteindelijke resultaat van dit heldere zien: inzicht in de ware aard van de dingen.
De Geschiedenis van Vipassana
Vipassanā vindt zijn oorsprong in de Pali-Canon, de verzameling boeddhistische geschriften waarin de leringen van de Boeddha staan geschreven.
Hoewel vipassanā-meditatie daar niet als losstaande techniek wordt omschreven, staat hier wel hoe inzicht in de ware aard van de werkelijkheid kan worden ontwikkeld, wat in essentie de basis vormt van vipassanā-meditatie.
Vanaf de 10de eeuw was de gangbare gedachte in veel Theravāda-boeddhistische landen echter dat het verwerven van inzicht te moeilijk zou zijn vanwege het geleidelijke verval van de boeddhistische leer.
Monniken richtten zich steeds meer op de ontwikkeling van moreel gedrag en de studie van oude geschriften.
Meditatie raakte meer en meer op de achtergrond.
De heropleving van vipassanā–meditatie vond plaats in Birma (nu Myanmar) vanaf het einde van de 19de eeuw.
Een sleutelrol hierin is weggelegd voor de Birmese monnik Ledi Sayadaw, die gebaseerd op diepgaande tekstuele studie en eigen meditatieve ervaring benadrukte dat bevrijding nog steeds mogelijk was.
Ledi Sayadaw onderwees dat vipassana-meditatie als pad naar spirituele bevrijding voor iedereen toegankelijk is, ongeacht achtergrond of religieuze overtuigingen.
De belangrijke leerlingen in de lijn van Ledi Sayadaw waren U Ba Khin en diens opvolger S.N. Goenka, wiens methoden ook vandaag de dag nog worden onderwezen.
Andere belangrijke figuren in de geschiedenis van vipassana-meditatie zijn de Birmese monnik U Narada (ook bekend als Mingun Sayadaw), die begin 20ste de ‘Nieuw Birmese Methode’ van vipassana-meditatie ontwikkelde
De belangrijkste leerling van U Narada was de Birmese monnik Mahasi Sayadaw, die met hulp van de Birmese overheid diverse meditatiecentra voor leken opende om deze vipassanā-meditatie methode aan het grote publiek te onderwijzen.
In de afgelopen decennia heeft vipassanā-meditatie over de hele wereld aan populariteit gewonnen, mede dankzij Westerse studenten die in de meditatiecentra van Mahasi Sayadaw of U Ba Khin retraites hebben gevolgd.
Vipassana Volgens U Ba Khin en Mahasi Sayadaw
De twee meest prominente leraren van vipassanā-meditatie in de Birmese traditie zijn U Ba Khin en Mahasi Sayadaw.
Hoewel beide leraren het belang van vipassanā benadrukken, zijn er enkele verschillen in hun benadering.
U Ba Khin was een boeddhistische lekenleraar.
Hij benadrukte het belang van moraliteit (sīla) in de beoefening van vipassanā-meditatie, en moedigde zijn studenten aan een deugdzaam leven te leiden om de voorwaarden te scheppen voor succesvolle meditatie.
Ook onderwees hij dat het belangrijk was om eerst concentratie (samādhi) te ontwikkelen door het gebruik van ademhalingsmeditatie (ānāpāna-sati).
Vervolgens wordt deze concentratie gebruikt om de aard van het bewustzijn en het lichaam te onderzoeken, met andere woorden, voor vipassanā.
Mahasi Sayadaw’s benadering van vipassanā-meditatie is meer techniek-georiënteerd dan die van U Ba Khin.
Hij ontwikkelde een methode van vipassanā-meditatie waarbij mentale en fysieke fenomenen worden opgemerkt en gelabeld wanneer ze zich voordoen in het huidige moment.
Deze techniek is ontworpen om opmerkzaamheid en inzicht in de vergankelijke en zelf-loze aard van de werkelijkheid te cultiveren.
Een belangrijk verschil tussen U Ba Khin en Mahasi Sayadaw’s benadering van vipassanā-meditatie is dus de rol van concentratie.
U Ba Khin benadrukt de ontwikkeling van concentratie als voorwaarde voor inzicht, terwijl Mahasi Sayadaw’s noteertechniek ontworpen is om zowel concentratie als inzicht gelijktijdig te ontwikkelen.
Het was de hoop van Mahasi Sayadaw dat de volgelingen van zijn methode op een later moment de concentratie verder zouden verdiepen middels samatha-meditatie.
Een ander verschil is de nadruk op moraliteit.
Hoewel beide leraren het belang erkennen van een deugdzaam leven, legt U Ba Khin meer nadruk op moraliteit als basis voor succesvolle meditatiebeoefening.
Vipassana Volgens Ons
De beoefening van vipassanā-meditatie is zoals gezegd in principe niet gebonden aan een religieuze of culturele achtergrond.
Wie je ook bent, waar je ook vandaan komt en wat je ook gelooft, vipassanā kan je helpen om dieper tot de essentie van het leven te komen.
Niet voor niets vormt vipassanā de basis voor de moderne seculiere mindfulness beweging, waarin onderdelen van de methode volledig zijn losgekoppeld van het oorspronkelijke kader.
In de kern maakt vipassanā echter onderdeel uit van het boeddhistische pad van moraliteit, concentratie en wijsheid.
En het is door dit pad als geheel te zien en begaan dat werkelijke verdieping mogelijk wordt.
Voor het ontwikkelen van moraliteit (sīla) worden beoefenaars geïnstrueerd zich te onthouden van doden, stelen, seksueel wangedrag, verkeerd spreken en het gebruik van bedwelmende middelen.
Met deze morele gedragscode cultiveer je een ethisch leven en schep je de voorwaarden voor verdieping in je concentratie.
Concentratie (samādhi) ontwikkel je door de beoefening van samatha-meditatie (concentratie-meditatie), waarbij je je bewustzijn op een enkel meditatie-object richt.
Het doel van het ontwikkelen van concentratie is het bereiken van een steeds diepere verstilling en kalmte.
Deze kalmte is volgens ons een voorwaarde om vipassanā-meditatie tot het diepste niveau te kunnen beoefenen.
Met moraliteit en concentratie als fundament kan inzicht worden verworven, en wel door de aard van de werkelijkheid te onderzoeken.
Vipassanā-meditatie is dit onderzoek.
Vanuit de diepe verstilling en kalmte en met volledige aandacht observeer je met steeds meer verfijning het continue bliksemsnelle proces van ontstaan en vergaan van lichamelijke en mentale fenomenen, volledig in het moment.
Het resultaat van dit onderzoek is wijsheid, het uit eigen ervaring zien van de vergankelijkheid (anicca) van fenomenen en het zelf-loze karakter (anattā) van dit proces.
De Noodzaak van Concentratie
Zoals je ziet benadrukken wij net als U Ba Khin en Ledi Sayadaw voor hem, het belang van moraliteit en vooral ook concentratie als voorwaarde voor vipassanā.
Wij gaan hierin zelfs nog een stapje verder.
De beoefening van vipassanā-meditatie vereist een aanhoudende en gerichte inspanning om de huidige momentervaring continu te kunnen observeren.
Van nature is het bewustzijn echter makkelijk afgeleid en geneigd om af te dwalen, gevangen in de stroom van gedachten en emoties.
Concentratie stelt de mediteerder in staat om de aandacht bij de momentervaring te houden en deze in volledige stilte en objectiviteit te onderzoeken.
Er zijn verschillende technieken die kunnen worden gebruikt om concentratie te ontwikkelen, zoals je richten op de ademhaling, een mantra of het visualiseren van een bepaald object.
Wij gebruiken hiervoor de mantra buddho, een verwijzing naar de kwaliteiten van de Boeddha (buddhānussati).
Het belangrijkste onderliggende aspect van concentratie is het vermogen om het bewustzijn consistent, langdurig en gelijkmoedig éénpuntig gericht te kunnen houden.
Dit is niet een kwestie van een paar minuten diep ademen of een paar dagen van een retraite besteden aan concentratie. Hiervoor is jarenlange gerichte inspanning nodig.
Hoe graag je ook meteen aan de slag wil met vipassanā, eerst zul je het concentratievermogen van je bewustzijn moeten ontwikkelen.
Het is concentratie dat ervoor zorgt dat je bewustzijn krachtig, stil en verfijnd genoeg is om de dingen te kunnen zien zoals ze zijn.
Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.
Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg
Boeddha, Dhp 276