De Redactie

Realiteit en Ethiek in de Abhidhamma

Realiteit en Ethiek in de Abhidhamma

De tweede paragraaf van het eerste hoofdstuk van de Abhidhammattha Sangaha van Acariya Anuruddha leest:

“In ultieme zin, spreekt de Abhidhamma over vier categorieën: bewustzijn (citta’s), mentale factoren (cetasika’s), materie (rūpa) en Nirvana (Nibbāna).”

De Vier Ultieme Realiteiten in de Abhidhamma

Laten we deze vier categorieën eens nader bekijken. We beginnen met de laatste, Nibbāna, de volledige bevrijding van de onbevredigendheid van het bestaan. De Boeddha zei nooit wat Nibbāna was, dat kon volgens hem niet in woorden worden uitgedrukt, maar alleen worden ervaren.

De Boeddha vergeleek het met de smaak van een rijpe mango. Probeer maar eens uit te leggen hoe dat smaakt! Zoet? Zuur? Zelfs de woorden van de beste dichter zullen in het niet vallen bij het zelf proeven. Dat is de enige manier, het zelf ervaren. Voor Nibbāna geldt hetzelfde.

De Boeddha gaf wel regelmatig aan wat Nibbāna niet is. In tegenstelling tot de andere drie categorieën is Nibbāna ongeconditioneerd en is Nibbāna niet vergankelijk. Een ander verschil is dat Nirvana ‘bovenwerelds’ is en de andere drie ‘werelds’.

Een bovenwerelds bewustzijnsmoment is bovenwerelds omdat het tot permanente transformatie van het bewustzijn voert. Zodra je zo een bewustzijnsmoment hebt meegemaakt behoor je tot de “Nobelen” of “Heiligen”, en bevind je je op het pad dat onherroepelijk tot volledige bevrijding leidt. Het voert dus naar dat wat los van, of boven, deze wereld staat (namelijk Nibbāna).

Dat is het verschil tussen Nibbāna en de andere drie. Het is wel het noemen waard dat net als de andere drie categorieën, ook Nibbāna ‘zonder zelf’ is.

Het tweede onderscheid dat we kunnen maken is tussen rūpa en de rest. Rūpa vertalen als materie is niet helemaal juist, maar voor dit verhaal voldoet het wel. Het onderscheid is dan ook gelijk duidelijk. Rūpa is materieel, de andere drie categorieën zijn mentaal.

Wat dan nog overblijft zijn citta’s (bewustzijnsmomenten) en cetasika’s (mentale factoren). We hebben de verschillen tussen deze termen en Nibbāna en rūpa eigenlijk indirect al aangegeven en komen zo tot de volgende conclusie: citta en cetasika zijn mentaal, geconditioneerd, vergankelijk en zonder zelf.

Wat zijn de overeenkomsten tussen de twee? In Hoofdstuk 2 paragraaf 1 van de Abhidhammattha Sangaha staat:

“De 52 factoren die metgezellen zijn van bewustzijn, die samen opkomen en verdwijnen met bewustzijn, die hetzelfde object en dezelfde basis hebben als bewustzijn, die staan bekend als cetasika’s.”

Bewustzijn, of de momenten van dit bewustzijn (citta’s) gaan dus altijd gepaard met cetasika’s. Het ontstaan en verdwijnen, het object en de basis van de twee zijn altijd gelijk. Citta’s en cetasika’s zijn onderling condities voor elkaar, zodat zij altijd samen bestaan. Dit zijn de overeenkomsten.

Maar wat zijn nou verschillen? Dit is wat Nina van Gorkum schrijft in haar boek cetasika’s:

citta en cetasika komen samen op, maar ze zijn verschillende typen paramattha dhamma’s [ultieme realiteiten]. Om uit te leggen wat het verschil is tussen citta en cetasika geeft de Atthasalini, het commentaar op het eerste boek van de Abhidhamma, het voorbeeld van de koning en zijn gevolg. De koning is het hoofd, de belangrijkste, en zijn gevolg bestaat uit dienaren. Net zo zijn citta’s de leiders in het ‘kennen’ [het waarnemen, de cognitie] van een object en zijn cetasika’s de assistenten van citta. De cetasika’s moeten hun eigen taken uitvoeren en zijn elk moment van citta werkzaam. Citta en zijn vergezellende cetasika’s komen elk moment op en vallen gelijk weer weg.”

Het verschil zit hem dus in de hiërarchie. Citta kent het object, neemt het object waar. Het type citta (bijv. heilzaam of niet heilzaam) dat het object kent is een conditie voor de specifieke samenstelling aan cetasika’s die de desbetreffende citta vergezellen.

Elke cetasika heeft op zijn beurt weer een specifieke eigen functie die het in de waarneming van het object vervult. Je moet maar even een keertje door de lijst van 52 cetasika’s bladeren om een idee te krijgen hoeveel verschillende functies er kunnen worden vervuld tijdens een bewustzijnsmoment.

Sommige functies worden altijd vervuld, ongeacht het type citta, andere functies zijn veel specifieker. Daarnaast kan ook de intensiteit van de functie variëren.

Ik heb aan Ahba eens gevraagd of de 52 cetasika’s echt alle functies omvatten, of dat er nog meer zijn. Hij antwoordde daarop met een voorbeeld. Hij zei:

“Je hebt vitamine A, vitamine B, vitamine C, heel veel soorten vitaminen. Maar het zijn allemaal vitaminen. Net zo is het met de cetasika’s.”

Er is dus nog heel veel verfijning mogelijk, maar met de 52 cetasika’s heb je de belangrijkste functies, de noemers, te pakken.

Ethische Kwaliteiten in de Abhidhamma

Hierboven werden al kort de termen ‘heilzaam’ (kusala) en ‘niet-heilzaam’ (akusala) genoemd, dit is een andere zeer belangrijke indeling in de Abhidhamma.

De Abhidhamma wordt in het Westen vaak aangeduid als psycho-ethische filosofie. Dat is een hele mondvol. Het ‘psycho‘ (psychologische) karakter zit hem erin dat het om een beschrijving van de realiteit vanuit het perspectief van het bewustzijn gaat. Het is een filosofie omdat het om de meest algemene en universele aspecten van ons bestaan gaat.

Maar waarom is het ethisch? Ik durf te beweren dat het ‘vooral’ ethisch is, hieronder de uitleg.

Sariputta, de discipel van de Boeddha met de hoogste analytische wijsheid vatte de Dhamma-Vinaya (de leer en discipline) als volgt samen:

“Doe goed. Doe geen kwaad. Zuiver je bewustzijn.”

Zoals je ziet ligt volgens hem de kern in ethische kwaliteiten, in het doen van goede en het achterwege laten van kwade daden. Hetzelfde kan worden gezien in de betekenis van sammā-vāyāma (Juiste Inzet), zoals de Boeddha regelmatig onderwees:

“En wat monniken is Juiste Inzet?”

“Er is het geval dat een monnik de wens heeft, de inspanning levert, het streven heeft, zich volhardend inzet met de intentie om niet-opgekomen kwade, onheilzame kwaliteiten die nog niet zijn opgekomen, niet op te laten komen.”

“(…) de wens heeft, de inspanning levert, het streven heeft, zich volhardend inzet met de intentie om opgekomen kwade, onheilzame kwaliteiten die op zijn gekomen, op te geven.”

“Er is het geval dat een monnik de wens heeft, de inspanning levert, het streven heeft, zich volhardend inzet met de intentie om niet-opgekomen goede, heilzame kwaliteiten die nog niet zijn opgekomen, op te laten komen.”

“(…) de wens heeft, de inspanning levert, het streven heeft, zich volhardend inzet met de intentie om opgekomen goede, heilzame kwaliteiten die op zijn gekomen, te onderhouden, te laten toenemen, te ontwikkelen. Dit, monniken, is Juiste Inzet.”

De leer en methodiek die de Boeddha heeft onderwezen hebben tot doel de goede, heilzame kwaliteiten te bevorderen en de slechte, onheilzame kwaliteiten voor altijd te verwijderen.

Dat culmineert in het behalen van volledige bevrijding, het behalen van Arahant-schap, waarna het nooit meer mogelijk is om slechte, onheilzame kwaliteiten in het bewustzijn te hebben.

Het zit hem vooral in de woorden heilzaam en onheilzaam. Met heilzaam wordt namelijk (per definitie) bedoeld dat het om kwaliteiten gaat die je bevrijding bevorderen, terwijl met onheilzaam het tegenovergestelde wordt bedoeld, namelijk kwaliteiten die je sterker binden aan het lijden in de wereld. Om dan toch alvast de Pali termen te geven, kusala (heilzaam) en akusala (onheilzaam).

Dat vind ik nog altijd iets heel bijzonders. De Boeddha verliet huis en haard om naar een oplossing voor de onbevredigendheid van het bestaan te zoeken en kwam tot de ontdekking dat je op de weg naar bevrijding alle negatieve, slechte, onheilzame, kwade, schadelijke kwaliteiten langzaam maar zeker uit je eigen bewustzijn veegt!

Sterker nog, hij kwam tot de ontdekking dat je al die onheilzame kwaliteiten uit je bewustzijn moet vegen om verder te komen, dat een schoon bewustzijn en een vrij bewustzijn hand in hand gaan. Dat (ethische) heilzame kwaliteiten niet een gevolg maar juist een voorwaarde voor bevrijding zijn, is mooi te zien aan de volgende woorden van de Boeddha (AN 10:1):

“Dus je ziet, Ananda, heilzaam moreel gedrag (kusalani silani) heeft vrijheid van wroegingen als object en gevolg; vrijheid van wroegingen heeft blijdschap… blijdschap heeft vreugde… vreugde heeft kalmte… kalmte heeft gelukkig zijn… gelukkig zijn heeft concentratie… concentratie heeft de dingen zien zoals ze daadwerkelijk zijn… de dingen zien zoals ze daadwerkelijk zijn heeft zich afkeren en onthechten… zich afkeren en onthechten hebben bevrijding door wijsheid als object en gevolg. Dus je ziet Ananda, heilzaam moreel gedrag voert geleidelijk tot het hoogste.”

Nu we weten dat de ethische kwaliteit van handelen zo een cruciale rol speelt, begrijpen we ook waarom de Dhammasangani, het eerste boek van de Abhidhamma, in zijn classificatieschema voor alle ultiem werkelijke fenomenen als eerste onderverdeling de volgende drie categorieën geeft:

“1. Toestanden die heilzaam, onheilzaam, onbepaald zijn.”

Het is goed om even stil te staan bij ‘onbepaald’. Dat brengt namelijk mooi een klein detail van de ethische kwaliteit van heilzaam en onheilzaam naar voren.

Eerder heb ik aangegeven dat de woorden ‘heilzaam’ en ‘onheilzaam’ betrekking hebben op het ‘resultaat’. Met andere woorden, dat ze aangeven of de betreffende fenomenen richting Nibbāna voeren of niet. Ze geven aan wat de uitwerking van een fenomeen zal zijn. En een resultaat is altijd het gevolg van een oorzaak.

De intentie van het handelen (mentaal, door spreken of door het lichaam) dat de oorzaak vormt voor dit resultaat wordt in het Pali kamma (karma) genoemd. Zoals de Boeddha zei (AN 6:63):

“Intentie, monniken, is hetgeen dat ik karma noem, omdat iemand door het te willen de handeling uitvoert met het lichaam, met de spraak, of met de geest.”

Ethische termen als heilzaam en onheilzaam geven dus aan dat het fenomeen een karmische lading heeft, dat het een uitwerking zal hebben. Heilzame fenomenen zijn karma voor goed ‘resultaat’ (richting Nibbāna) en onheilzame kwaliteiten zijn karma voor slecht ‘resultaat’ (weg van Nibbāna).

Het woord ‘onbepaald’ geeft aan dat het fenomeen geen resultaat zal hebben. Een onbepaald fenomeen kan wel goed of slecht zijn, namelijk als het een resultaat is van een heilzaam of onheilzaam fenomeen. Het is zelf geen oorzaak voor een ethisch ‘resultaat’.

Naast mentale onbepaalde fenomenen (bewustzijnsmomenten) is alle materie onbepaald. Dat wil niet zeggen dat deze mentale fenomenen of materie geen condities zijn! Het zijn zeer zeker wel condities, zeer zeker wel geconditioneerd. Maar ze zullen geen ethische uitwerking hebben, niet dichter bij of verder weg van Nibbāna voeren. Ook Nibbāna is een onbepaald element, maar dit is tegelijkertijd ook ongeconditioneerd.

Met deze kennis kunnen we nu kijken naar citta’s (bewustzijnsmomenten) en cetasika’s (mentale factoren). Citta’s worden in de Abhidhammattha Sangaha onderverdeeld op basis van precies deze drie kwaliteiten. Heilzaam, onheilzaam en onbepaald.

Als je nauwkeurig kijkt zie je dat citta’s eerst in werelds/bovenwerelds worden verdeeld en dan binnen de wereldse groep in zintuigelijke-sfeer groep en absorptie groep. Pas binnen de zintuigelijke-sfeer groep wordt duidelijk over heilzaam, onheilzaam en onbepaald gesproken. Echter, bovenwereldse bewustzijnsmomenten en absorptie citta’s zijn ook altijd heilzaam of onbepaald (als ze resultaat zijn).

Ik heb eerder in deze tekst al genoemd dat elke citta een conditie is voor een specifieke combinatie van cetasika’s. Zo zijn er combinaties van cetasika’s die bij heilzame citta’s horen, combinaties van cetasika’s die bij onheilzame citta’s horen, en combinaties van cetasika’s die bij onbepaalde citta’s horen.

Ik heb het met een reden over ‘combinaties van cetasika’s’. Want, om het nog wat ingewikkelder te maken, er zijn cetasika’s die alleen bij heilzame citta’s voorkomen en er zijn cetasika’s die alleen bij onheilzame citta’s voorkomen. De cetasika’s die bij onbepaalde citta’s voorkomen kunnen echter ook bij de andere citta’s (heilzaam of onheilzaam) voorkomen, en zijn niet ‘uniek’ voor het soort citta (maar de combinatie wel).

Hiermee eindigt deze korte uitleg over de vier ultieme realiteiten en ethische kwaliteiten in de Abhidhamma. Wil je meer weten? Bekijk dan onze vertaling van de Introductie tot de Abhidhammattha Sangaha of lees verder over Het Cognitieve proces volgens de Abhidhamma.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276