De Redactie

Elke Dag Mediteren: Zo Hou Je Het Vol

Elke Dag Mediteren: Zo Hou Je Het Vol

Een van de moeilijkste dingen voor meditatie beoefenaren, of je nu een beginner bent of zeer ervaren, is het opbrengen van de discipline om elke dag te mediteren.

Toch is juist elke dag mediteren van cruciaal belang. Door elke dag te mediteren houd je het vuurtje brandend en ontwikkel je het bewustzijn langzaam maar zeker.

Elke keer als je één of meerdere dagen overslaat moet je eerst inspanning leveren om als het ware weer aansluiting te vinden. Je blijft dan hangen op het punt waar je staat.

Als je begint met eens één dagje overslaan dan wordt het makkelijker om nog eens één dag over te slaan, dan eens een paar dagen en voor je het weet zijn er een paar weken voorbij gegaan.

Als je hier dan vol verbazing van schrikt, want je vond het toch belangrijk om te mediteren, lukt het soms om weer wat consistenter aan de slag te gaan, maar vaak leidt dit er langzaam maar zeker toe dat je helemaal stopt.

Eerder gaven wij al 7 meditatie tips waar je mee aan de slag kunt gaan om je beoefening te verstevigen, en schreven over mentale qualiteiten die middels meditatie worden ontwikkeld.

In deze tekst willen we wat dieper stilstaan bij verschillende mentale aspecten die bijdragen aan je vermogen om elke dag te mediteren.

Verdieping ten aanzien van deze mentale aspecten kan handvatten geven om de eigen dagelijkse beoefening te bestendigen en zo bijdragen aan het eigen meditatieproces.

De mentale aspecten waar de Boeddha in deze context over sprak en die wij hier verder zullen toelichten zijn intentie (cetanā), energie (viriya), vastberadenheid (adhiṭṭhāna), de richting van gedachten (saṅkappa) en inspanning (vāyāma).

Laten we deze termen eens één voor één bekijken.

Intentie (cetanā)

Bhikkhu Bodhi schrijft in zijn ‘A Comprehensive Manual of Abhidhamma’:

Cetanā… is de mentale factor die zich bezig houdt met het bereiken van een doel, dat wil zeggen, het intentionele of wilskrachtige aspect van het bewustzijn. Daarom wordt het vertaald als intentie. De Commentaren leggen uit dat cetanā de ermee samenhangende mentale factoren coördineert. Net als een hoofdleerling zijn eigen lessen reciteert en er ook voor zorgt dat de andere leerlingen hun lessen reciteren, zorgt intentie als het op het object begint te werken ervoor dat de bijbehorende mentale factoren hun werk ook doen. Intentie is de meest belangrijke mentale factor bij het genereren van karma omdat het intentie is die de ethische kwaliteit van het handelen bepaalt.”

Bovenstaande maakt duidelijk dat intentie een van de meest belangrijke onderwerpen is in het boeddhisme.

De Boeddha stelt intentie gelijk aan karma. In het westen wordt karma vaak foutief gezien als het resultaat terwijl het in werkelijk de oorzaak is, de drijvende kracht die voortvloeit uit onze intentie.

Net als zaadjes die worden gezaaid de potentie hebben om te ontkiemen en tot oogstbare plant uit te groeien als er licht, water en voedingsstoffen zijn, is karma de potentiële energie die door het bewustzijn wordt gegenereerd waar resultaten (vipāka) uit voortkomen als de voorwaarden daarvoor zich aandienen. En net als dat er uit een zaadje van een sinasappelboom geen appelboom groeit maar een sinasappelboom zorgt heilzaam karma voor heilzame resultaten (heilzaam wil zeggen naar bevrijding toe) en onheilzaam karma voor onheilzame resultaten (van bevrijding af).

Dat is de ethische kwaliteit die door intentie wordt bepaald, heilzaam of onheilzaam.

Het is daarom onze intentie die voorop loopt en sturing geeft aan de richting van ons leven, aan het meditatieve proces, aan de mate van inzet die wij kunnen tonen, aan het doel dat wij willen en kunnen bereiken.

Het is dan ook niet vreemd dat intentie van cruciaal belang is als het gaat om ons vermogen om elke dag te gaan zitten mediteren, om elke dag de nodige discipline op te brengen.

Om de intentie om dagelijks te mediteren kracht te geven is het goed dit met regelmaat expliciet mentaal of hardop te herhalen.

Als dagelijks mediteren een natuurlijk gegeven is geworden kan de intentie langzaam maar zeker op hogere doelen worden gericht.

Zo geef je bewust richting aan je intentie en zo aan de resultaten die daar vroeger of later uit zullen voortvloeien.

We eindigen de uitleg over cetanā met een citaat van de krachtige intentie van de Boeddha zelf (AN 2:5):

“Met genoegen zal ik het vlees en bloed in mijn lichaam op laten drogen, alleen de huid, pezen en botten overlatend, maar als ik nog niet heb bereikt wat bereikt kan worden door menselijke volharding, menselijke energie, menselijk doorzettingsvermogen, zal er geen ontspanning zijn in mijn inspanning.”

Energie (viriya)

Ahba vertaalt viriya in de context van meditatie als ‘heel veel proberen’. Met andere woorden, het blijven stoppen van energie in het meditatieve proces.

Wat er ook gebeurt, of er nou niets gebeurt en het alleen maar saai lijkt, of als het zwaar is, of juist heel aangenaam, gewoon rustig elke dag door blijven gaan, jaar in jaar uit.

Dit is het tegenovergestelde van de ‘business-man approach’ waarin het resultaat van je inspanning zichtbaar moet zijn naar gelang je er tijd in steekt. Deze insteek gaat niet op als het om meditatieve inspanning op het boeddhistische pad gaat. Je kunt je eigen voortgang namelijk bijna niet beoordelen of op waarde schatten.

Viriya is dus de mentale kwaliteit van heel veel blijven proberen en komt op allerlei plaatsen in het onderwijs van de Boeddha terug, waardoor verschillende aspecten ervan worden belicht.

Het is de mentale factor achter de vier inspanningen (cattāro sammappadhānā), waar we later in deze tekst in de vorm van sammā-vāyāma (Juiste-Inspanning), langer bij stil zullen staan.

Verbonden aan concentratie (samādhi) is viriya een van de iddhi-pāda (wegen naar grote kracht). Deze mentale kracht is zowel de basis van de bovennatuurlijke krachten die je door meditatieve inspanning kan verwerven als ook de spirituele kracht waarmee je stappen zet op het pad naar bevrijding.

Als een van spirituele faculteiten of controlerende mentaal fenomenen (indriya) oefent viriya controle uit op het bewustzijn. Het vertegenwoordigt de aanhoudende energie tijdens de meditatie en moet in balans worden gebracht met concentratie (samādhi) om niet door te schieten in enthousiaste onrust.

Door het ontwikkelen van de vijf indriya, waar viriya er dus één van is, worden deze fenomenen, die in het stadium van indriya nog tot wankelen kunnen worden gebracht, langzaam maar zeker tot onwankelbare krachten (bala) die in volledige harmonie slechts een kant op gaan, namelijk die van bevrijding.

Het ontwikkelen van viriya is ook een van die kwaliteiten die langzaam maar zeker, van leven tot leven, tot het niveau van perfectie (paramī) moet worden ontwikkeld om bevrijding te kunnen bereiken.

Wie viriya blijft ontwikkelen en het in balans brengt met samādhi (concentratie) door het steeds weer beoefenen van samatha-meditatie op buddho werkt aan deze paramī¸ totdat deze als rijpe en volledig gebalanceerde en harmonieuze factor van verlichting (bojjhanga) het ontwaken tot de werkelijkheid inluidt.

Maar het begint allemaal bij heel geduldig heel veel blijven proberen, elke dag, steeds maar weer, langzaam maar zeker. Alleen zo ontwikkel je deze belangrijke kwaliteit die essentieel is op het boeddhistische meditatieve pad.

Vastberadenheid (adhiṭṭhāna)

Het mooiste voorbeeld van adhiṭṭhāna is het leven van de Boeddha zelf, en wel op twee manieren.

Ten eerste leverde de Boeddha in zijn vorige levens als Bodhisattva (iemand die in een toekomstig leven Boeddha wordt), gedurende talloze universums die kwamen en weer gingen, leven na leven onaflatend inspanning om zijn paramī (perfecties) te ontwikkelen.

Stel je dat maar eens voor, niet een jaartje inspanning leveren, niet een leven, maar talloze levens, een bijna oneindig aantal levens. Gedreven door de vastberadenheid om het hoogst mogelijke te bereiken.

Ten tweede leverde Siddharta Gautama tijdens zijn laatste leven de bijna bovenmenselijke inspanning om zijn bewustzijn volledig te bevrijden. Er was niemand om hem de weg daar naar toe te tonen, enkel zijn vastberadenheid om kost wat kost een einde te maken aan de onbevredigendheid van het bestaan.

Deze vastberadenheid, die ook voor ons gewone stervelingen een krachtige onderstroom kan worden op het pad naar bevrijding, vertaalt zich naar vier specifieke doelen, namelijk de vastberadenheid om wijsheid (paññā), waarheid of eerlijkheid (sacca), loslaten (cāga) en kalmte (upasama) te ontwikkelen.

Met andere woorden, de vastberadenheid om moreel gedrag (sīla) en concentratie (samādhi) te ontwikkelen.

Het is door de beoefening van sīla en samādhi dat het bewustzijn zuiver, helder en kalm wordt, zodat je de werkelijkheid kunt zien en wijsheid (paññā) kan opkomen. Het is door wijsheid dat je de dingen los kunt laten (cāga), jezelf kunt bevrijden en volledige verstilling (upasama) kunt bereiken.

Wees dan ook vastberaden in je dagelijkse beoefening van sīla en samatha-meditatie op buddho, met de Boeddha als hoogste voorbeeld, want niemand anders dan jij kan jouw bewustzijn ontwikkelen en uiteindelijk bevrijden.

Gedachte (saṅkappa)

Saṅkappa is zo belangrijk dat het als sammā-saṅkappa (Juiste-Gedachte, maar ook te vertalen als Juiste-Intentie) onderdeel uitmaakt van het Achtvoudige Pad, de kern van de boeddhistische beoefening.

Hoewel saṅkappa net als cetanā in het Nederlands vertaald kan worden met ‘intentie’ benadrukt saṅkappa een ander aspect. De betekenis van saṅkappa ligt vooral dicht tegen vitakka (beginnende focus op een object) aan, zo wordt saṅkappa in de oude Commentaren gebruikt om vitakka te definiëren.

Dat is noemenswaardig omdat vitakka een belangrijke term is voor iedereen die mediteert. Vitakka is namelijk het steeds weer naar je meditatie-object toebrengen van je bewustzijn en hoort bij de jhāna-factoren, mentale factoren die onderdeel uitmaken van zeer hoge concentratie. Saṅkappa betekent in die zin ook ‘doelbewustheid’ en omsluit het voornemen om iets te doen (daarom kan het ook vertaald worden met intentie).

De Boeddha zegt over Sammā-saṅkappa (DN 22):

“Wat nu is Juiste-Gedachte (sammā-saṅkappa)? Gedachte vrij van begeerte (nekkhamma-saṅkappa), gedachte vrij van kwade wil (abyāpāda-saṅkappa), gedachte vrij van wreedheid (avihiṃsā-saṅkappa). Dit is Juiste-Gedachte.”

De eerdere uitleg over de vertaling van saṅkappa in oogschouw nemend beschrijft de Boeddha dat het juiste gebied om je gedachten doelbewust op te richten vrij is van begeerte, kwade wil en wreedheid.

Als je samatha-meditatie op buddho beoefent dan ben je hier tijdens je meditatie continu mee bezig.

Door het beoefenen van samatha-meditatie ontwikkel je vitakka, de kracht die aan de gedachte ten grondslag ligt, en maak je langzaam maar zeker een (tijdelijk) einde aan de vijf mentale hindernissen (pañca nīvaraṇāni), waardoor je het bewustzijn zuivert.

Het is het zuivere bewustzijn dat in staat is om verzaking (nekkhamma) en liefdevolle-vriendelijkheid (mettā) te omsluiten en zo vrij te zijn van begeerte, kwade-wil en wreedheid.

Als je het bewustzijn tijdens de dagelijkse meditatie laat proeven van deze heilzame gedachten dan wordt het langzaam maar zeker ook natuurlijker om deze ook gedurende de rest van de dag te koesteren.

Naarmate je bewustzijn meer en meer vrij kan zijn van begeerte, kwade-wil en wreedheid zul je meer tevredenheid en geluk ervaren. Het besef dat dit een rechtsreeks resultaat is van je meditatieve inspanning maakt het op zijn beurt weer makkelijker om de discipline op te brengen om dagelijks te gaan zitten.

Mocht het je maar moeilijk lukken om dagelijks te mediteren, dan kan het helpen om bij bovenstaande stil te staan en op de waarde van de dagelijkse meditatie voor de rest van je dag te reflecteren.

Inspanning (vāyāma)

Ook vāyāma vindt zijn plaats in het Achtvoudige Pad als sammā-vāyāma (Juiste-Inspanning). Vaak wordt sammā-vāyāma gelijkt gesteld aan viriya (energie). Viriya is hier de onderliggende mentale kwaliteit waar sammā-vāyāma een uiting van is. Als sammā-vāyāma kent inspanning vier kanten, de eerdere genoemde cattāro sammappadhānā, zoals bijvoorbeeld te lezen valt in de Magga-Vibhaṅga Sutta (SN 45:8):

“En wat, monniken, is juiste inspanning? Hier, monniken, als een monnik de wens genereert, streeft, volhardt, volhoudt en zich inspant voor het niet-opkomen van kwade, onheilzame kwaliteiten die nog niet zijn opgekomen… voor het opgeven van kwade, onheilzame kwaliteiten die op zijn gekomen… Voor het opkomen van heilzame kwaliteiten die nog niet zijn opgekomen… (en) voor het behouden, verstevigen, vermenigvuldigen, ontwikkelen en tot een hoogtepunt brengen van heilzame kwaliteiten die op zijn gekomen: Dit is juiste inspanning.”

Het lastige van de inspanning zoals hierboven beschreven is dat je bewustzijn helder en aandachtig genoeg moet zijn om zowel de potenties en neigingen van het bewustzijn als de gemanifesteerde kwaliteiten te kunnen herkennen.

Om je bewustzijn zo scherp in de gaten te houden heb je hele krachtige bewuste aandacht (sati) nodig.

Sati wordt echter alleen krachtiger als je daar inspanning voor levert. Bijvoorbeeld door het proces van samatha-meditatie aan te gaan waarin je sati ontwikkelt.

Vanuit de ervaring die je met sati opdoet in je meditatie wordt het gemakkelijker om het ook gedurende de dag te onderhouden. Dat laatste is essentieel omdat je daarmee weer de diepte van je samādhi (concentratie) versterkt.

Dat gaat niet vanzelf. Je moet daar voor werken, elke dag weer.

Je bewustzijn is vanuit zichzelf geneigd om de processen in de bekende geulen te laten stromen en die geulen zijn voor de meesten van ons van nature onheilzaam, geworteld in verlangen, haat en onwetendheid.

Het is niet voldoende om hier af en toe eens wat aan te doen, daarvoor zijn wij mensen veel te geconditioneerd. Wil je wat veranderen dan moet je aan de bak. Elke dag weer.

Waar te Beginnen

Het is bijna een paradoxale lus. Je moet inspanning leveren om je bewustzijn te ontwikkelen zodat je de handvatten hebt om de inspanning te kunnen leveren om je bewustzijn te ontwikkelen.

Gelukkig is het slechts ‘bijna’ een lus en in werkelijkheid een opwaartse spiraal. Een spiraal die om geduld en vriendelijkheid naar jezelf vraagt.

Door te blijven proberen, vastberaden, telkens weer, doelbewust, met gerichte intentie, ongeacht wat het resultaat is, ongeacht hoe het gaat, ontwikkel je het bewustzijn. Langzaam maar zeker, stap voor stap.

Niet met als doel om bijzondere ervaringen te hebben of zo snel mogelijk wijsheid te ontwikkelen. Maar heel geduldig vol liefde naar jezelf, wetend dat je op het juiste pad bent en uiteindelijk je doel zal bereiken.

Met de Boeddha als het grote voorbeeld, of het nou nog één leven, tien levens, honderd levens, of nog veel en veel langer duurt voordat je de grote vrede van Nibbāna (Sanskriet: Nirvana) bereikt, het maakt niet uit. Het begint allemaal bij de dagelijks beoefening, de dagelijkse meditatie.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276