Als we gaan kijken naar de oorzaak van de onbevredigendheid, de tweede Edele Waarheid die de Boeddha onderwees, dan zien wij dat de Boeddha verlangen noemt als het grote probleem.
Verlangen komt voort uit onwetendheid. Maar hoe kan dit verlangen al het leed en wedergeboorte ten gevolg hebben?
Het antwoord de leer van afhankelijk ontstaan (paṭiccasamuppāda).
Samen met de Vier Edele Waarheden vormt dit het fundament van de Dhamma. Het vormt een geheel in het bevrijdende inzicht in de nacht dat de Boeddha de verlichting bereikte.
De Boeddha benadrukte dit met de woorden (MN 28):
“Hij die afhankelijk ontstaan ziet, ziet de Dhamma, hij die de Dhamma ziet, ziet afhankelijk ontstaan.”
Onze Vervormde Waarneming
We zullen hier om te beginnen met een omweg naar kijken, namelijk door als startpunt de waarneming te nemen.
Zowel het bewustzijn als materie raken vervormd tijdens onze waarneming.
In onze dagelijkse beleving lijkt bijvoorbeeld iets zien, weten wat het is, er iets van vinden, het wel of niet willen allemaal tegelijk te gebeuren. Sterker nog, dit lijkt tegelijk te gebeuren met iets horen, ruiken, proeven, lichamelijke sensaties en denken.
Wie naar materie kijkt, neem een rots als voorbeeld, ziet een permanente vorm die wellicht slechts langzaam door weer en wind verandert.
Dit is een vervormde waarneming van mentale processen en materie als gevolg van onwetendheid, het gevolg van (nog) niet scherp genoeg kunnen kijken.
Het is vergelijkbaar met een film. Als je wel eens naar de bioscoop bent geweest weet je dat je volledig kan worden opgezogen in het verhaal, de mooie beelden en de bewogen muziek.
Uiteindelijk gaat het echter om losse beelden die zich met een snelheid van 24 keer per seconde aan ons oog voordoen. Dat is genoeg om het beeld vloeiend te laten zijn. Het geluid is niets meer dan losse tonen die alleen samen een geheel vormen. En het verhaal is niet echt maar bedacht en we zitten er niet werkelijk midden in, al voelt dat wel zo.
Wie met hoge concentratie naar mentale processen en materie kijkt ziet dat het losse momenten zijn die opkomen en vergaan.
Deze mentale momenten volgen elkaar met een onwaarschijnlijke snelheid op waardoor de illusie zich voordoet dat waarneming een continu proces is.
Deze losse momenten hebben elk een object en het betreft altijd een van de zes zintuigen. De zintuigen werken dan ook helemaal niet tegelijk, er is of zien of horen of proeven of ruiken of voelen of denken, nooit tegelijkertijd.
Ook materie is niet zo permanent als het zich voordoet maar bevindt zich in een continue flux van opkomen en vergaan.
Met hoge concentratie kan dan ook uit eigen ervaring worden vastgesteld dat ons normale dagbewustzijn de werkelijkheid vervormt.
Het proces dat continu lijkt bestaat eigenlijk uit losse fragmenten die in elk opzicht opkomen en vergaan.
Dit kan de ‘analyse’ van de werkelijkheid worden genoemd, het opdelen van de werkelijkheid, van mentale processen en materie, in de kleinst mogelijke bouwstenen.
Wat afhankelijk ontstaan ons leert is dat deze momenten hoewel los van elkaar toch onderling verbonden zijn.
Afhankelijk ontstaan kan dan ook gezien worden als de ‘synthese’, het beschrijven van de onderlinge relaties van de losse bouwstenen.
Dit is een belangrijk punt waarmee de Boeddha afstand neemt van het nihilisme. Het betekent namelijk dat intenties en daarop volgende handelingen wel degelijk gevolgen hebben.
Als er enkel sprake was geweest van losse momenten zonder onderlinge verbinding dan zou elk gedrag verantwoord kunnen worden.
Het meest belangrijke aan afhankelijk ontstaan is echter de hoop die het geeft, want het zijn de conditioneringen waar je langzaam maar zeker aan kunt werken met intenties als de drijvende kracht van de vrije wil.
Afhankelijk Ontstaan in de Woorden van de Boeddha
Laten we voor we verder gaan eerst wat dieper kijken naar wat de Boeddha zelf over afhankelijk ontstaan onderwees (SN 12:1):
“Monniken, wat is afhankelijk ontstaan? Met onwetendheid (avijjā) als conditie komen wils-formaties (saṅkhāra’s) op; met wils-formaties als conditie bewustzijn (viññāṇa); met bewustzijn als conditie mentale processen-materie (nāma-rūpa); met mentale processen-materie als conditie de zes zintuigbasissen (salāyatana); met de zes zintuigbasissen als conditie contact (phassa); met contact als conditie gevoel (vedanā); met gevoel als conditie begeerte (taṇhā); met begeerte als conditie gehechtheid (upādāna); met gehechtheid als conditie bestaan (bhava); met bestaan als conditie geboorte (jāti); met geboorte als conditie komen ouderdom en dood (jaramaranam), bedroefdheid, geweeklaag, pijn, verdriet en wanhoop op. Dit is de oorzaak van dit geheel aan lijden. Dit, monniken, noemt men afhankelijk ontstaan.
“Maar met het rusteloze vervagen en ophouden van onwetendheid houden wils-formaties op; met het ophouden van wils-formaties houdt bewustzijn op; met het ophouden van bewustzijn houdt mentale processen-materie op; met het ophouden van mentale processen -materie houden de zes zintuigbasissen op; met het ophouden van de zes zintuigbasissen houdt contact op; met het ophouden van contact houdt gevoel op; met het ophouden van gevoel houdt begeerte op; met het ophouden van begeerte houdt gehechtheid op; met het ophouden van gehechtheid houdt bestaan op; met het ophouden van bestaan houdt geboorte op; met het ophouden van geboorte houdt ouderdom en dood, bedroefdheid, weeklaag, pijn, verdriet en wanhoop op. Dit is het ophouden van dit geheel aan lijden.”
Afhankelijk ontstaan wordt hierboven weergegeven in de keten van causaal verband.
Het is een keten omdat het ons gebonden houdt aan samsāra. Het is een cirkel van bestaan naar bestaan met als drijvende kracht onwetendheid en verlangen.
Om dit te benadrukken worden de twaalf schakels van de keten meestal verspreid over drie levens. Het vorige, huidige en toekomstige leven.
Onwetendheid en wilsformaties worden samen in het vorige leven geplaatst. Zij vormen de condities voor het ontstaan van het huidige leven, namelijk door als voorwaarde te dienen voor de aaneenschakeling van de resultaten van bewustzijn, mentale processen-materie, de zes zintuigbasissen, contact en gevoel.
Als gevolg van gevoel hebben wij in dit leven begeerte, gehechtheid en bestaan wat op hun beurt weer een voorwaarde is voor een volgend leven met geboorte, ouderdom en dood.
Hoewel als voorbeeld vaak de drie levens worden gegeven speelt deze conditionering zich van moment tot moment af, ook in dit huidige leven. Ze zijn in het dagelijks leven ook niet opeenvolgend maar in elkaar verweven.
Om het simpeler te maken kun je de keten dus ook naar dit leven verplaatsen.
Omdat wij nu onwetend zijn over de ware natuur van bewustzijn en materie nemen we het gevoel dat ontstaat door het contact dat we via onze zintuigen met objecten maken heel serieus.
Als gevolg van dit gevoel, dat aangenaam, onaangenaam of neutraal kan zijn willen we iets wel of niet. Verlangen ontstaat dan ook direct.
Gedreven door verlangen en gehechtheid verrichten we goede en slechte daden, hebben we heilzame en onheilzame mentale momenten.
De oplettende lezer heeft direct gezien dat onwetendheid in de keten wordt opgevolgd door wils-formaties. Wils-formaties, ook wel te vertalen als intenties, is niets minder dan karma (Pali: kamma) waar wij later bij stil zullen staan.
Door verlangen en gehechtheid hebben wij nieuwe intenties, nieuwe wils-formaties, zo maken wij nieuw karma.
Specifieke Conditionaliteit
Als de eerder gegeven formule in de vorm van “als dit is, ontstaat dat” het vermoeden geeft dat het om een willekeurige afhankelijkheid gaat dan rekent de Boeddha daar mee af (SN 12:20):
“Monniken, wat is afhankelijk ontstaan? Met geboorte als conditie komt ouderdom en dood – of de Tathagata’s [de Boeddha’s] er zijn of niet, dat element staat vast, die structuur van fenomenen, die vaststaande koers van fenomenen, specifieke conditionaliteit. Daartoe ontwaakt een Tathagata en begrijpt dit. Daartoe ontwaakt zijnde en het begrijpend, legt hij het uit, onderwijst het, zet het uiteen, stelt het vast, onthult het, analyseert het, verheldert het, zeggend: zie, monniken, met geboorte als conditie komt ouderdom en dood. De realiteit is daarin, het onbedrieglijke, de onveranderlijkheid, specifieke conditionaliteit – dit, monniken, is afhankelijk ontstaan.”
Let op de woorden ‘specifieke conditionaliteit’.
De Boeddha beschrijft met deze leer niet een algemeen principe maar een absolute wetmatigheid. Een circulaire kracht die ons bindt.
Het kan niet genoeg benadrukt worden dat de schakels doorgaan, van leven tot leven, jaar tot jaar, dag tot dag, moment tot moment.
Geboorte gevolgd door ziekte, ouderdom en dood, gevolgd door geboorte, ziekte ouderdom en dood, door en door en door.
Zo zijn wij gevangen in samsāra, dwalen wij rond, met “bedroefdheid, geweeklaag, pijn, verdriet en wanhoop, de onbevredigendheid van het bestaan” als gevolg.
Kortstondig tijdelijk plezier, hoewel verleidelijk, biedt dan ook geen uitkomst, geen veilige haven.
De enige manier om uit de cirkel te stappen is het doorzien van de ware natuur van de dingen door het begaan van de weg gewezen door de Boeddha en zo het volledige vernietigen van de ketens.
Dit is de hoopvolle boodschap van de Boeddha.
Omdat het om specifieke condities gaat is er een einde mogelijk. Als onwetendheid door het licht van de Dhamma wordt gezien valt de keten uit elkaar.
Bevrijding van de keten is mogelijk!
Deze tekst werd eerder gepubliceerd in De Vier Edele Waarheden: Essentie van de Dhamma.
Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.
Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg
Boeddha, Dhp 276