Guy E. Dubois

De Boeddha over Wijsheid en Bewustzijn

De Boeddha over Wijsheid en Bewustzijn

Door een kalyānamitta (goede spirituele vriend) werd me onlangs de vraag gesteld hoeveel mensen erin slagen om inzicht te ervaren in de werkelijkheid zoals ze werkelijk is (yathā bhūta ñāṇa dassana). Inherente twijfel lijkt als een zwarte wolk boven deze indirecte vraag te zweven. Ik lees de vraag vooral als: kan dit pad wel verwezenlijkt worden? Is dit een realistische opgave? Of is het slechts een hypothetische wensdroom?

Een pertinente vraag vereist een duidelijke respons.

Hierbij mijn persoonlijk antwoord. Een antwoord dat uit ervaring geboren is. Gedragen is door beoefening en ervaring. Een antwoord dat niet voortkomt uit ‘van horen zeggen’ (anītiha). Een respons recht uit mijn hart.

Mijn antwoord of deze weg (magga) gerealiseerd kan worden is resoluut en ondubbelzinnig: ‘ja’. En ook het resultaat (de ‘vrucht’ – phala) is manifest: bevrijding uit dukkha en innerlijke vrede. Niet in een verre toekomst. Maar in dít leven. In dít moment. Méér: uitsluitend in dít moment.

Zulk inzicht veronderstelt het ‘zien’ van alle ‘dingen’ (verschijnselen, fenomenen) in relatie tot hun drie karakteristieken (tilakkhaa), namelijk als vergankelijk (anicca), als onbevredigend (dukkha) en als zelfloos (anattā). Evenals de gelijkmoedige aanvaarding (upekkhā) ervan.

Hoe? Door het volgen van het middenpad: het pad van moraliteit, over concentratie naar wijsheid: sīlasamādhipaññā. Het volstaat dat de dhammanuvatti (de volgeling(e) die leeft conform de Dhamma), door voortdurende beoefening, wijsheid (paññā) ontwikkelt. En uit wijsheid vloeit inzicht en bevrijding (vimutti) uit dukkha voort.

Bevrijding is een persoonlijke opdracht. En bijgevolg een persoonlijke verwezenlijking. Geen enkele Boeddha kan je bevrijden. De Boeddha is een hulpmiddel. Weliswaar een vaardig en krachtig hulpmiddel, maar toch ‘slechts’ een hulpmiddel. Een upāya. De Boeddha kan énkel de richting aanwijzen wáár je moet kijken. En je de techniek aanreiken om dit inzicht te bereiken. Finaal komt het echter op jou aan of je al dan niet tot inzicht komt. Wanneer jijzelf de voorwaarden tot bevrijding niet creëert komt er niets van.

De Boeddha heeft ons in de sutta’s verschillende technieken aangereikt. Maar van één van deze technieken zegt de Boeddha dat het ‘een directe, een ongeëvenaarde weg is’ (ekayana magga), waar alle andere technieken congrueren, samenkomen. Deze techniek is satipaṭṭhāna ( → sati + upaṭṭhāna: sati = aandacht; upaṭṭhāna = het vestigen). Deze techniek is enorm uitgebreid beschreven in de Pali Canon, namelijk in de Mahāsatipaṭṭhāna Sutta.

De vier sleutelwoorden van het refrein van deze sutta zijn: ātāpī, satimā, sampajañña, Vineyya loke abhijjha-domanassa. Dit zijn de mijlpalen waarop de dhammanuvatti zich uitsluitend op hoeft te oriënteren.

Inzicht en bevrijding zijn afhankelijk van de mate van beoefening en ontwikkeling van zijn/haar persoonlijke ijver (ātāpī); van zijn/haar penetrerende aandacht (satimā); van zijn/haar heldere bewustheid en diep inzicht in de vergankelijkheid van de dingen (sampajañña); zonder zich vast te klampen aan wat dan ook in de wereld (vineyya loke abhijjha-domanassa).

Door het cultiveren van deze techniek bereikt de beoefenaar direct experiëntieel inzicht (paccanubhoti) en bevrijdt hij/zij zich van dukkha. Inzicht (wijsheid) leidt ertoe dat de beoefenaar de Vier Edele Waarheden in zichzelf realiseert in zijn drie rotaties en twaalf aspecten.[1] Grosso modo komt dat hierop neer dat élk aspect van de waarheden intellectueel gekend en verstandelijk aanvaard wordt (pariyatti); dat deze theorie vervolgens ten gronde in de praktijk gebracht wordt (paṭipatti) en tenslotte dat de dhammanuvatti het resultaat ervan in zichzelf compleet realiseert (paṭivedha).

De Boeddha zegt het zo in de Maha-Vedala Sutta, Majjhima-Nikaya 43:

“Iemand die wijsheid bezit begrijpt wat dukkha is, laat de oorzaak van dukkha los, realiseert de beëindiging van dukkha en cultiveert de weg die leidt naar de beëindiging van dukkha.

Iemand die wijsheid niet bezit begrijpt niet wat dukkha is, laat de oorzaak van dukkha niet los, realiseert niet de beëindiging van dukkha en cultiveert niet de weg die leidt naar de beëindiging van dukkha.

Het doel van wijsheid is direct experiëntieel inzicht (paccanubhoti). Het doel is penetrerend inzicht. Het doel is zegevieren, i.c. naar de Andere Oever oversteken (jezelf bevrijden van dukkha).

De twee mentale geestestoestanden wijsheid en bewustzijn hangen met elkaar samen. Ze zijn niet van elkaar te scheiden.

Wat men inziet (begrijpt), daarvan is men zich bewust (ervaart men). Waarvan men zich bewust is (wat men ervaart), dat ziet (begrijpt) men.

Het verschil tussen beide mentale geestestoestanden is dat wijsheid ontwikkeld en bewustzijn beschouwd moet worden.”


[1] De drie rotaties zijn: theorie (pariyatti), praktijk (paṭipatti) en realisatie/resultaat (paṭivedha).  Uit  deze  drievoudige  rotatie  volgen  de  twaalf  aspecten (of  combinaties). Voorbeeld: voor de Eerste Waarheid betekent dit: – Theorie (pariyatti): ‘Dit is het lijden’ – Praktijk (paṭipatti): ‘Het lijden moet begrepen worden’ – Resultaat (paṭivedha): ‘Het lijden is begrepen’.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Over Guy E. Dubois

Guy E. Dubois (1947) heeft verschillende delen van de vroeg-Boeddhistische teksten in het Nederlands vertaald, van kommentaar voorzien en stelt deze gratis ter beschikking op de site van SuttaCentral. Hij is verder auteur van verschillende werken over de leer van de Boeddha. Deze zijn online te lezen, voor wie liever een echt boek in handen houdt, te bestellen op bol.com.

De auteur wil zelf zijn initiële doelstelling trouw blijven: hij wenst niets te verdienen aan Dhamma. Guy: “Wanneer er ook maar iets aan ‘winst’ gegenereerd wordt zal het onverbiddelijk naar dana gaan.” Als yogi is hij volledig ongebonden t.o.v. elke boeddhistische stroming. Zo interpreteert hij de Dhamma op een vrijgevochten manier. Als dusdanig is hij — in de letterlijke betekenis van het woord — een ‘thuisloze’, een bhikkhu, een bedelmonnik, die zijn dhutanga (praktijk) op een heel persoonlijke wijze invulling geeft. In zijn boeken combineert hij een virulente vrijzinnige levenshouding met een grote genegenheid voor de diepe inzichten van de Boeddha.

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276