Bhikkhu Bodhi

Anicca Vata Sankhāra

Anicca Vata Sankhāra

Anicca vata saṅkhāra – “Tijdelijk, helaas, zijn alle formaties!” – is de uitdrukking die in de Theravāda-boeddhistische landen wordt gebruikt om de dood van een geliefde bekend te maken, maar ik heb deze regel hier niet geciteerd om een ​​overlijdensbericht te beginnen.

Ik doe dit alleen om het onderwerp van dit essay te introduceren, het woord saṅkhāra zelf. Soms heeft een enkel Pali woord zulke rijke implicaties dat alleen maar gaan zitten en ze uit te tekenen, evenveel licht op de leer van de Boeddha kan werpen als een lang verklarend artikel. Dit is inderdaad het geval met het woord saṅkhāra. Het woord staat recht in het hart van de Dhamma, en het traceren van de verschillende betekenislijnen, is als een glimp opvangen van de Boeddha’s eigen visie op de werkelijkheid.

Het woord saṅkhāra is afgeleid van het voorvoegsel sam, wat ‘samen’ betekent, samengevoegd met het zelfstandig naamwoord kara, ‘doen, maken’. Saṅkhāra’s zijn dus ‘samen-daden’, dingen die samen met andere dingen handelen, of dingen die door een combinatie van andere dingen worden gemaakt. Vertalers hebben het woord op veel verschillende manieren omschreven: formaties, activiteiten, processen, krachten, verbindingen, composities, verzinsels, bepalingen, synergieën, constructies. Het zijn allemaal onhandige pogingen om de betekenis van een filosofisch concept vast te leggen, waarvoor we geen exact synoniem hebben, en dus zullen alle Engelse weergaven onnauwkeurig zijn. Ik gebruik zelf ‘formaties’ en ‘wilsformaties’, me ervan bewust dat deze keuze even gebrekkig is als elke andere.

Hoewel het echter onmogelijk is om een ​​exact Engels equivalent voor saṅkhāra te ontdekken, kunnen we door het feitelijke gebruik ervan te onderzoeken toch inzicht krijgen in hoe het woord functioneert in de ‘gedachtewereld’ van de Dhamma. In de sutta’s komt het woord voor in drie belangrijke doctrinaire contexten. Eén daarvan is de twaalfdelige formule van afhankelijk ontstaan (paṭiccasamuppāda), waar de saṅkhāra’s de tweede schakel in de serie zijn. Er wordt gezegd dat ze geconditioneerd zijn door onwetendheid en functioneren als een voorwaarde voor bewustzijn. Door uitspraken in verschillende sutta’s te combineren, kunnen we zien dat de saṅkhāra’s de karmisch actieve wilsuitingen zijn die verantwoordelijk zijn voor het genereren van wedergeboorte en dus voor het ondersteunen van de verdere beweging van samsāra, de ronde van geboorte en dood. In deze context is saṅkhāra vrijwel synoniem met karma, een woord waaraan het etymologisch verwant is.

De sutta’s onderscheiden de saṅkhāra’s die actief zijn in afhankelijke ontstaan in drie typen: lichamelijk, verbaal en mentaal. Nogmaals, de saṅkhāra’s zijn verdeeld in heilzame, onheilzame en “onverstoorbaar”, d.w.z. de wilsformaties aanwezig in de vier vormloze meditatieve staten. Wanneer onwetendheid en verlangen ten grondslag liggen aan onze bewustzijnsstroom, worden onze wilsacties van lichaam, spraak en bewustzijn krachten met het vermogen om resultaten te produceren. En van de resultaten die zij produceren, is de vernieuwing van de bewustzijnsstroom na de dood de meest significante. Het zijn de saṅkhāra’s, ondersteund door onwetendheid en gevoed door verlangen, die de bewustzijnsstroom voortstuwen naar een nieuwe vorm van wedergeboorte. En waar het bewustzijn precies wordt gevestigd, wordt bepaald door het karmische karakter van de saṅkhāra’s. Als iemand verdienstelijke daden uitvoert, zullen de saṅkhāra’s of wilsformaties het bewustzijn naar een gelukkige sfeer van wedergeboorte stuwen. Als iemand zich schuldig maakt aan berouwvolle daden, zullen de saṅkhāra’s het bewustzijn voortstuwen naar een ellendige wedergeboorte. En als iemand de vormloze meditaties beheerst, zullen deze ‘onverstoorbare’ saṅkhāra’s het bewustzijn naar wedergeboorte in de vormloze rijken leiden.

Een tweede belangrijk domein waarin het woord saṅkhāra’s van toepassing is, is één van de vijf aggregaten. De vierde verzameling is de saṅkhāra-khandha, de verzameling van wilsformaties. De teksten definiëren de saṅkhāra-khandha als de zes klassen van wilsuitingen (cha cetanakaya): wilsuitingen met betrekking tot vormen, geluiden, geuren, smaken, tastbare objecten en ideeën. Hoewel deze saṅkhāra’s nauw overeenkomen met die in de reeks van afhankelijk ontstaan, zijn de twee niet in alle opzichten hetzelfde, want de saṅkhāra-khandha heeft een breder bereik. Het geheel van wilsformaties omvat allerlei soorten wilsuitingen. Het omvat niet alleen die karmische invloedrijk zijn, maar ook die een karmisch resultaat zijn en die karmisch gezien geen rol spelen. In de latere Pali literatuur wordt de saṅkhāra-khandha een overkoepelende categorie voor alle factoren van het bewustzijn behalve gevoel en perceptie, welke ieder een eigen aggregaat wordt toegewezen. Zo omvat de saṅkhāra-khandha ethisch variabele factoren zoals contact, aandacht, gedachte en energie; heilzame factoren zoals vrijgevigheid, vriendelijkheid en wijsheid; en onheilzame factoren zoals hebzucht, haat en onwetendheid. Omdat al deze factoren zich voordoen in combinatie met ‘willen’ en dus bijdragen aan wilsuitingen, besloten de vroeg-boeddhistische leraren dat de verzameling van wilsformaties de meest geschikte plaats was om ze onder te brengen.

Het derde belangrijke domein waarin het woord saṅkhāra voorkomt, is als de benaming voor alle geconditioneerde dingen. In deze context heeft het woord een passieve connotatie, waarmee datgene wordt aangeduid wat gevormd wordt door een combinatie van condities; dus wat geconditioneerd, geconstrueerd of samengesteld is. In deze zin kan het eenvoudig worden weergegeven als ‘formaties’ zonder het kwalificerende voorvoegsel. Als kale formaties omvatten saṅkhāra’s alle vijf aggregaten, niet alleen de vierde. De term omvat ook externe objecten en situaties zoals bergen, velden en bossen; plaatsen en steden; eten en drinken; sieraden, auto’s en computers.

Het feit dat saṅkhāra’s zowel actieve krachten als de dingen die ze produceren kunnen zijn, is zeer belangrijk en verzekert de term van zijn rol als hoeksteen van de filosofische visie van de Boeddha. Want wat de Boeddha benadrukt, is dat de saṅkhāra’s in de twee actieve betekenissen – de wilsformaties die werkzaam zijn in afhankelijke ontstaan, en de karmische wilsuitingen in het vierde aggregaat – de saṅkhāra’s in passieve zin construeren: “Ze construeren het geconditioneerde; daarom worden ze wilsformaties genoemd. En wat zijn de geconditioneerde dingen die ze construeren? Ze construeren het lichaam, gevoel, perceptie, wilsformaties en bewustzijn; daarom worden ze wilsformaties genoemd “(SN XXII.79).

Hoewel externe levenloze dingen kunnen voortkomen uit puur fysieke oorzaken, zijn de saṅkhāra’s waaruit ons persoonlijke wezen bestaat – de vijf aggregaten – allemaal producten van de karmisch actieve saṅkhāra’s waarmee we ons in ons vorige leven hebben beziggehouden. Ook in het huidige leven worden de vijf aggregaten voortdurend in stand gehouden, opgeknapt en uitgebreid door de wilsuitingen waarmee we nu bezig zijn, die weer een voorwaarde voor het toekomstige bestaan worden. Aldus, leert de Boeddha, waren het onze eigen karmisch vormende saṅkhāra’s die ons huidige bouwwerk van persoonlijk wezen hebben opgebouwd, en het zijn onze huidige vormende saṅkhāra’s die nu de bouwwerken van persoonlijk wezen opbouwen die we in onze toekomstige levens zullen bewonen. Deze bouwwerken bestaan ​​uit niets anders dan saṅkhāra’s als geconditioneerde dingen, de geconditioneerde formaties die deel uitmaken van de vijf aggregaten.

Het belangrijkste feit om te begrijpen van saṅkhāra’s, als geconditioneerde formaties, is dat ze allemaal vergankelijk zijn: “Vergankelijk, helaas, zijn alle formaties.” Ze zijn vergankelijk, niet alleen in de zin dat ze in hun grove manifestaties uiteindelijk zullen eindigen, maar nog nadrukkelijker omdat ze op het subtiele, subliminale niveau voortdurend opkomen en wegvallen, voor eeuwig ontstaan ​​en vervolgens in een split-second uiteenvallen en vergaan: “Hun aard is om op te komen ​​en te verdwijnen.” Om deze reden verklaart de Boeddha dat alle saṅkhāra’s lijden inhouden (sabbe saṅkhāra dukkha). Niet omdat ze allemaal pijnlijk en stressvol zijn, maar omdat ze zijn voorzien van het teken van vergankelijkheid. “Eenmaal ontstaan, ​​dan houden ze op”, en omdat ze allemaal ophouden kunnen ze geen stabiel geluk en zekerheid bieden.

Om volledige bevrijding van lijden te bereiken – niet alleen van het ervaren van lijden, maar van de onbevredigendheid die inherent is aan het hele geconditioneerde bestaan ​​- moeten we ons van saṅkhāra’s bevrijden. En wat buiten de saṅkhāra’s ligt, is datgene wat niet is geconstrueerd, niet in elkaar is gezet, niet is samengesteld. Dit is Nibbāna, dienovereenkomstig het Ongeconditioneerde genoemd- asaṅkhata – het tegenovergestelde van saṅkhata, een woord dat het passief deelwoord is dat overeenkomt met saṅkhāra. Nibbāna wordt het Ongeconditioneerde genoemd, juist omdat het een staat is die noch zelf een saṅkhāra is, noch geconstrueerd is door saṅkhāra’s; een staat beschreven als visaṅkhāra, ‘verstoken van formaties’ en als sabbasaṅkhāra-samatha, ‘het tot stilstand brengen van alle formaties’.

Dus als we het woord saṅkhāra onder onze microscoop plaatsen, zien we daarin het hele wereldbeeld van de Dhamma samengeperst. De actieve saṅkhāra’s die bestaan ​​uit karmisch actieve wilsuitingen creëren voortdurend de saṅkhāra’s van de vijf aggregaten die ons wezen vormen. Zolang we ons blijven identificeren met de vijf aggregaten (het werk van onwetendheid) en er plezier in zoeken (het werk van verlangen), blijven we de wilsformaties uitspuwen die toekomstige combinaties van aggregaten vormen. Precies dat is de aard van samsāra: een ononderbroken stoet van lege maar efficiënte saṅkhāra’s die nog andere saṅkhāra’s voortbrengen, die bij elke nieuwe geboorte in nieuwe golven omhoog komen, aanzwellen tot een hoogtepunt en vervolgens neerstorten in ouderdom, ziekte en dood. Toch gaat het verder, in de waan dat we echt de controle hebben, ondersteund door een altijd prikkelende, steeds afnemende hoop op uiteindelijke voldoening.

Echter, wanneer we beginnen met de beoefening van de Dhamma, zetten we een rem op dit meedogenloos genereren van saṅkhāra’s. We leren de ware aard van de saṅkhāra’s te zien, van onze eigen vijf aggregaten: als instabiele, geconditioneerde processen die doorgaan zonder dat er iemand de leiding heeft. Daarbij schakelen we de motor uit die wordt aangedreven door onwetendheid en verlangen, en het proces van karmische opbouw, de productie van actieve saṅkhāra’s, wordt effectief afgebroken. Door een einde te maken aan het construeren van een geconditioneerde realiteit, openen we de deur naar wat altijd aanwezig is maar niet geconstrueerd, niet geconditioneerd is: de asaṅkhata-dhātu, het ongeconditioneerde element. Dit is Nibbāna, het Onsterfelijke, het stillen van wilsactiviteiten, de uiteindelijke bevrijding van alle geconditioneerde formaties en dus van vergankelijkheid en dood. Daarom concludeert ons vers: “Het verdwijnen van formaties is gelukzalig!”


Bovenstaande tekst is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald. De Engelse versie, Anicca Vata Saṅkhāra staat op Accesstoinsight.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Over Bhikkhu Bodhi

Bhikkhu Bodhi is een boeddhistische monnik van Amerikaanse nationaliteit, geboren in New York City in 1944. Na het behalen van een doctoraat in de filosofie aan de Claremont Graduate School kwam hij naar Sri Lanka met het doel de Sangha te betreden. Hij ontving de beginnende wijding in 1972 en de hogere wijding in 1973, beide onder de eminente geleerde-monnik, Ven. Balangoda Ananda Maitreya, bij wie hij Pali en Dhamma studeerde.

Hij is de auteur van verschillende werken over het Theravāda-boeddhisme, waaronder vier vertalingen van grote Pali-sutta’s, samen met hun commentaren. Hij was jarenlang redacteur en president van de Buddhist Publication Society.

Sinds 2006 woont hij in het Chuang Yen klooster en in 2008 richtte Bhikkhu Bodhi samen met een aantal van zijn studenten Buddhist Global Relief op, een non-profit organisatie die hongerbestrijding, duurzame landbouw en onderwijs ondersteunt in landen die lijden aan chronische armoede en ondervoeding. In mei 2013 werd hij verkozen tot voorzitter van BAUS.

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276