Bhikkhu Bodhi

Introductie tot Dāna (Geven)

Een standbeeld in het bos

De praktijk van geven wordt algemeen erkend als een van de meest fundamentele menselijke deugden, een eigenschap die getuigt van de diepte van iemands menselijkheid en iemands vermogen tot zelftranscendentie.

Ook in de leer van de Boeddha claimt de praktijk van geven een plaats van bijzondere eminentie, een die het in zekere zin uittekent als het fundament en het zaad van spirituele ontwikkeling. In de Pali sutta’s lezen we keer op keer dat ”praten over geven” (danakatha) steevast het eerste onderwerp was dat door de Boeddha werd besproken in zijn ”gegradueerde uiteenzetting” van de Dhamma. Telkens wanneer de Boeddha een toespraak hield voor een publiek van mensen die hem nog niet als hun leraar waren gaan beschouwen, begon hij met het benadrukken van de waarde van geven. Pas nadat zijn toehoorders deze deugd waren gaan waarderen, zou hij andere aspecten van zijn leer introduceren, zoals moraliteit, de wet van karma en de voordelen van verzaking, en pas nadat al deze principes hun invloed hadden gehad op het bewustzijn van zijn toehoorders, zou hij hun die unieke ontdekking van de Ontwaakten, de Vier Edele Waarheden, uiteenzetten.

Strikt genomen komt geven niet op zichzelf voor als een van de factoren van het Edele Achtvoudige Pad, en evenmin binnen een van de andere vereisten van verlichting (bodhipakkhiya dhamma). Hoogstwaarschijnlijk is het uitgesloten van deze categorieën, omdat de praktijk van geven van nature niet direct en onmiddellijk leidt tot het ontstaan van inzicht en de realisatie van de Vier Edele Waarheden. Geven functioneert in de Boeddhistische discipline in een andere hoedanigheid. Het verschijnt niet op het hoogtepunt van het pad, als een factor die deel uitmaakt van het proces van ontwaken, maar het dient eerder als een basis en voorbereiding die ten grondslag ligt aan en stilletjes ondersteunt bij het algehele streven om het bewustzijn te bevrijden van de onzuiverheden.

Desalniettemin, hoewel geven niet direct tot de factoren van het pad wordt gerekend, mag de bijdrage ervan aan de voortgang op de weg naar bevrijding niet over het hoofd worden gezien of onderschat. De prominente plaats van deze bijdrage wordt onderstreept door de plaats die de Boeddha toekent aan geven in verschillende soorten oefeningen die hij voor zijn volgelingen heeft vastgelegd. Naast het verschijnen als het eerste onderwerp in de volleerde uiteenzetting van de Dhamma, komt geven ook voor als de eerste van de drie bases van verdienstelijke daden (punnakiriyavatthu), als de eerste van de vier manieren om anderen te helpen (sangahavatthu), en als de eerste van de tien parami’s of ”perfecties”. Deze laatste zijn de sublieme deugden die door alle aspiranten naar verlichting moeten worden ontwikkeld, en in de meest verheven mate door degenen die de weg volgen van de Bodhisatta gericht op de allerhoogste verlichting van volmaakt Boeddhaschap.

Vanuit een andere hoek bekeken, kan geven ook worden geïdentificeerd met de persoonlijke kwaliteit van vrijgevigheid (caga). Deze invalshoek benadrukt de praktijk van het geven, niet als de uiterlijk manifeste handeling waarmee een object van jezelf op anderen wordt overgedragen, maar als de innerlijke neiging om te geven, een instelling die wordt versterkt door uiterlijke daden van geven en die op zijn beurt zelfs meer veeleisende daden van zelfopoffering mogelijk maakt. Vrijgevigheid behoort tot de essentiële eigenschappen van de sappurisa, de goede of superieure persoon, samen met andere kwaliteiten als geloof, moraliteit, geleerdheid en wijsheid. Gezien als de kwaliteit van vrijgevigheid, heeft geven een bijzonder intieme verbinding met de hele beweging van het pad van de Boeddha. Want het doel van het pad is de vernietiging van hebzucht, haat en illusie, en het cultiveren van vrijgevigheid verzwakt hebzucht en haat direct, terwijl het die buigzaamheid van het bewustzijn vergemakkelijkt die de uitroeiing van illusie mogelijk maakt.

De huidige Wheel-publicatie is samengesteld om deze kardinale Boeddhistische deugd, de praktijk van het geven, dieper te onderzoeken, die in geschriften over toegepast Boeddhisme zo vaak als vanzelfsprekend wordt beschouwd dat er meestal zonder commentaar aan voorbij wordt gegaan. In deze uitgave zetten vier praktiserende hedendaagse boeddhisten, die allemaal tekstuele kennis van de leer van de Boeddha combineren met een persoonlijke toewijding aan het pad, hun begrip van de verschillende aspecten van geven uiteen en onderzoeken dit in relatie tot het bredere geheel van Dhamma-beoefening.

De collectie wordt afgesloten met een vertaling van een ouder document – de beschrijving van de Bodhisatta’s praktijk van geven door de middeleeuwse commentator Acariya Dhammapala. Deze is ontleend aan zijn Verhandeling over de Parami’s, gevonden in zijn commentaar op de Cariyapitaka.


De komende maanden zullen wij enkele essays over dāna (vrijgevigheid) publiceren. Het betreft een vertaling van een collectie die eerder door de Buddhist Publishing Society gebundeld als Wheel-publicatie is uitgegeven. De huidige tekst is de introductie tot de bundel, geschreven door de samensteller Bhikkhu Bodhi.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Over Bhikkhu Bodhi

Bhikkhu Bodhi is een boeddhistische monnik van Amerikaanse nationaliteit, geboren in New York City in 1944. Na het behalen van een doctoraat in de filosofie aan de Claremont Graduate School kwam hij naar Sri Lanka met het doel de Sangha te betreden. Hij ontving de beginnende wijding in 1972 en de hogere wijding in 1973, beide onder de eminente geleerde-monnik, Ven. Balangoda Ananda Maitreya, bij wie hij Pali en Dhamma studeerde.

Hij is de auteur van verschillende werken over het Theravāda-boeddhisme, waaronder vier vertalingen van grote Pali-sutta’s, samen met hun commentaren. Hij was jarenlang redacteur en president van de Buddhist Publication Society.

Sinds 2006 woont hij in het Chuang Yen klooster en in 2008 richtte Bhikkhu Bodhi samen met een aantal van zijn studenten Buddhist Global Relief op, een non-profit organisatie die hongerbestrijding, duurzame landbouw en onderwijs ondersteunt in landen die lijden aan chronische armoede en ondervoeding. In mei 2013 werd hij verkozen tot voorzitter van BAUS.

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276