In het algemeen betekent Juiste Concentratie het op een juiste manier richten van het bewustzijn. Op een bepaalde manier geldt dit voor alle factoren van het pad. Je moet beginnen door het bewustzijn op Juiste Zienswijze te richten.
Met andere woorden, je gebruikt je onderscheidend vermogen om alle Dhamma die je hebt gehoord te verzamelen. Dan richt je je bewustzijn op Juiste Intentie, dat is ook een manier van juist richten. Dan richt je je op Juiste Spraak, alleen maar juist spreken. Je richt je op Juist Handelen door je daden te onderzoeken en jezelf dan te dwingen, jezelf in de gaten houdend, je handelen ferm in lijn te houden met wat juist is. Wat Juist Levensonderhoud betreft richt je je bewustzijn op het jezelf enkel op een juiste manier voorzien van wat nodig is. Je bent ferm in het niet voorzien van levensonderhoud op manieren die onjuist zijn, niet handelen op verkeerde wijzen, niet corrupt of verkeerd spreken. Je hebt geen intenties gericht op wegen die je van het pad af wenden, je geeft geen aandacht aan dingen die buiten het pad liggen. Deze belofte doe je jezelf met krachtige vastberadenheid. Dit is een manier van het op een juiste manier richten van het bewustzijn.
Maar waar ik het vandaag over wil hebben is Juiste Concentratie op het gebied van meditatie: met andere woorden, juiste meditatie, zowel in het gebied van kalmte-meditatie (samatha) als het gebied van inzichtmeditatie (vipassanā). Je gebruikt de technieken van kalmte-meditatie om je bewustzijn tot stilte te brengen. Als je het bewustzijn stil maakt, stevig gevestigd in heilzame kwaliteiten, dan is dat een aspect van Juiste Concentratie. Als het bewustzijn niet stevig gevestigd is in heilzame kwaliteiten, dan kan hij niet stil worden. Als onheilzame kwaliteiten in het bewustzijn opkomen, dan kan het niet tot rust komen en concentratie in gaan. Dit is de reden dat, als de Boeddha beschrijft hoe het bewustzijn concentratie in gaat, hij zegt “Vivicceva kamehi”: Afgezonderd van zintuiglijkheid. Het bewustzijn is niet verwikkeld, neigt niet naar visuele objecten die aanleiding geven voor het opkomen van verblinding en verlangen. Het neigt niet naar geluiden waar het van houdt, naar aroma’s, smaken, of tactiele sensaties waar het bezeten door is als gevolg van de macht van verlangen. Tegelijkertijd neigt het bewustzijn niet naar het verlangen voor zulke dingen. Voordat het bewustzijn geconcentreerd kan raken moet het deze vijf obsessies laten gaan. Dit wordt vivicceva kamehi genoemd, afgezonderd van zintuiglijkheid.
Vivicca akusalehi dhammehi: afgezonderd van onheilzame kwaliteiten, namelijk de vijf hindernissen. Bijvoorbeeld, de eerste hindernis is zintuiglijke begeerte. Als je mediteert en een mentale vervuiling komt op in het bewustzijn, als je ergens aan denkt en verlangen voor een interne of externe vorm voelt, als je bedwelmd raakt met de dingen die je in het verleden hebt gezien en ervaren, dat is zintuiglijke begeerte.
Of als je ergens aan denkt waar je ontevreden over bent tot het punt dat kwade gedachten over bepaalde mensen of objecten boven komen, dat is de hindernis aversie. Dingen uit het verleden waar je boos over was komen plotseling keer op keer in het heden boven, dringen zich binnen om de stilte van je bewustzijn te verhinderen. Als het bewustzijn op die manier van streek raakt, dan is dat een onheilzame mentale staat die als obstakel voor concentratie werkt.
Of dufheid en traagheid: een gevoel van luiheid en onoplettendheid als het bewustzijn zich niet op zijn taak wil richten en loslaat uit luiheid en nalatigheid. Het bewustzijn wordt slaperig zodat het zich niet meer op meditatie kan richten. Je zit buddho, buddho te denken maar in plaats van je bewustzijn te richten en stevig te vestigen zodat kennis en inzicht uit buddho voort kan komen gooi je buddho weg om met iets anders bezig te zijn. Als de aandacht verfijnder raakt, val je in slaap of laat je onwetendheid je bewustzijn overspoelen. Dit is een onheilzame mentale staat die dufheid en traagheid wordt genoemd.
Dan is er onrust en piekeren, als bewuste aandacht geen controle heeft over dingen en het bewustzijn de obsessies volgt die ontstaan door dingen waar je van houdt en niet van houdt. De normale staat van het bewustzijn van mensen is dat, als bewuste aandacht niet de baas is, het bewustzijn niet stil kan zitten. Het is zeker dat het aan 108 verschillende dingen blijft denken. Als je dus concentratie beoefent dan moet je zelfcontrole oefenen, je moet voorzichtig zijn dat het bewustzijn niet uiteenvalt. Je moet bewust aandachtig zijn over het heden en tegelijkertijd ook alert zijn op het heden. Als je buddho in je bewustzijn probeert te houden, moet je tegelijkertijd alert zijn om over je buddho te waken. Of als je bewuste aandacht wil richten op delen van het lichaam – zoals haar op het hoofd, haar op het lichaam, nagels, tanden huid – dan moet je je op een deel tegelijk richten, er op lettend dat je zowel bewust aandachtig bent als alert op je bewuste aandacht, om er zeker van te zijn dat je niet vertrekt en bewuste aandacht hebt voor andere dingen. Dat is hoe je onrust en piekeren tegen kan gaan.
Als je bewust aandacht blijft houden voor hetzelfde ding voor een lange tijd, zal het lichaam langzaam maar zeker kalmeren en ontspannen. De obsessies van het bewustzijn zullen ook kalmeren, zodat het bewustzijn stil kan worden. Het komt tot stilte omdat je het onder controle houdt. Je verzwakt zijn weerbarstigheid – net als wanneer je de brandstof van een vuur verwijdert. Als je brandstof weg blijft halen, dan wordt het vuur langzaam maar zeker zwakker en zwakker. En wat is de brandstof voor de weerbarstigheid van het bewustzijn? Vergeetachtigheid. Onoplettendheid. Deze onoplettendheid is de brandstof voor onrust en piekeren en voor dufheid en traagheid. Als je bewuste aandacht en alertheid in de leiding houdt, dan snij je vergeetachtigheid en onoplettendheid weg. Als deze vormen van illusie worden onderworpen verliezen zij hun macht. Ze vallen geleidelijk uiteen en laten niets anders dan aandacht op buddho over, of wat je meditatie-object ook is. Als je ferm aandacht aan je meditatie-object blijft besteden, zonder onoplettend te raken, dan zal onrust verdwijnen. Dufheid zal verdwijnen. Het bewustzijn zal zich stevig vestigen in Juiste Concentratie.
Dit is hoe je Juiste Concentratie in gaat. Je moet vertrouwen op bewuste aandacht en alertheid tezamen. Juiste Concentratie kan niet simpelweg uit zichzelf opkomen. Het heeft ondersteunende factoren nodig. De eerste zeven factoren van het pad zijn de steunen voor Juiste Concentratie, of voor de voorwaarden ervoor, de dingen die het nodig heeft en van afhangt. Het heeft juiste zienswijze, juiste intentie, juiste spraak, juist handelen, juist levensonderhoud, juiste inspanning en juiste aandacht nodig. Als je de eerdere factoren van het pad blijft ontwikkelen, wordt concentratie verfijnder en verfijnder, stap voor stap. Als het bewustzijn zo getraind is en doordrongen van deze kwaliteiten, dan kan het de zintuiglijke obsessies laten gaan, dan kan het de onheilzame mentale aspecten laten gaan. Vivicceva kamehi vivicca akusalehi dhammehi. Afgezonderd van zintuiglijkheid en afgezonderd van onheilzame kwaliteiten, kan het bewustzijn concentratie bereiken. Het ervaart stilte, verrukking, plezier, éénpuntigheid. Zowel lichaam als bewustzijn voelen dan licht aan.
In het eerste stadium is het bewustzijn nog niet volledig verfijnd omdat het nog gericht denken en overwegen als factoren van concentratie heeft. Als je bewuste aandacht van goede kwaliteit is en het object zonder aflaten in het bewustzijn kan houden, als je inspanning juist is en alertheid de wacht over dingen houdt, dan zullen de grovere aspecten van je concentratie wegvallen en het bewustzijn zal stapsgewijs verfijnder raken. Gericht denken en overwegen – de grovere aspecten – zullen wegvallen omdat ze niet kunnen blijven bestaan in de verfijndere stadia. Alles dat overblijft is verrukking, plezier en éénpuntigheid. Als je onophoudend blijft mediteren wordt het steeds verfijnder, stap voor stap. Verrukking, wat grover is dan plezier, zal wegvallen, alleen plezier overlatend. Plezier is grover dan gelijkmoedigheid. Als je blijft mediteren en het bewustzijn nog verfijnder raakt zal plezier verdwijnen en enkel gelijkmoedigheid overblijven. Zolang er nog plezier is kan gelijkmoedigheid niet opkomen. Zolang als het bewustzijn zich nog steeds voedt aan plezier is het nog bezig met iets grofs. Maar als je je vasthoudende inspanning volhoudt totdat je ziet dat dit plezier nog steeds onder de Drie Karakteristieken van veranderlijkheid, lijden en niet-zelf valt, dat het onderdeel is van het aggregaat van gevoel, zal het bewustzijn dit grove aspect loslaten en tot bedaren komen met gelijkmoedigheid. Ook al is gelijkmoedigheid ook onderdeel van het aggregaat van gevoel is het een gevoel dat verfijnd genoeg is om het bewustzijn te zuiveren tot op het punt dat kennis van de meer verfijnde niveaus van de Dhamma kan opkomen.
Als het bewustzijn dit niveau bereikt is het ferm en standvastig omdat het volledig neutraal is. Het wankelt niet als het oog een vorm ziet, het oog geluid hoort, de neus een aroma ruikt, de tong een smaak proeft, het lichaam een tactiele sensatie ervaart, of een idee in het bewustzijn boven komt. Geen van deze dingen kan het bewustzijn tot wankelen brengen als het de factoren van jhāna heeft. Het behoudt een hoog niveau van zuiverheid. Dit is Juiste Concentratie.
We zouden allemaal kalmte-meditatie moeten beoefenen, wat ervoor kan zorgen dat lijden en stress tijdelijk stopt. Maar in een toestand als deze heb je simpelweg bewuste aandacht aan het roer staan. Het onderscheidend vermogen is nog te zwak om de meest verfijnde niveaus van vervuilingen en latente neigingen (anusaya) te ontwortelen. Daarom, om onze Juiste Concentratie compleet te maken, wordt ons onderwezen niet mee te gaan in het gevoel van plezier dat het brengt. Als het bewustzijn lang genoeg stil is geweest, dan moeten we het bewustzijn richten op het onderscheiden van de vijf aggregaten, want deze aggregaten zijn de basis voor inzichtmeditatie. Je kunt geen inzicht ontwikkelen buiten deze vijf aggregaten – het aggregaat van vorm, gevoel, perceptie, intenties, en bewustzijn – want deze aggregaten zijn in ons te vinden. Ze zijn heel dichtbij, altijd bij ons.
Dus. Hoe ontwikkel je het aggregaat van vorm als basis voor inzichtmeditatie? Je moet het helder zien, in lijn met de waarheid dat vorm veranderlijk is. Dit is hoe je begint. Als je inzichtmeditatie ontwikkelt moet je dit tot in de details overpeinzen. Wat is vorm? Vorm houdt in het haar van het hoofd, haar van het lichaam, nagels, tanden, huid, en alle vier de grote elementen die we kunnen aanraken of zien. Wat afgeleide vormen betreft, die kunnen niet met het oog worden gezien maar wel worden aangeraakt, en ze zijn afhankelijk van de vier grote elementen. Bijvoorbeeld geluid is een soort vorm, een type afgeleide vorm. Aroma’s, smaken, tactiele sensaties zijn afgeleide vormen die afhankelijk zijn van de vier grote elementen. De zintuigelijke krachten van oog, oor, neus, tong, en lichaam zijn afgeleide vormen – het zijn fysieke manifestaties, niet mentale manifestaties. Dan is er nog mannelijkheid en vrouwelijkheid, waardoor het lichaam man of vrouw wordt, en waardoor er verschillen ontstaan tussen man en vrouw in stem, gedrag en andere karakteristieken. Dan is er het hart, en dan viññatti-rūpa, waardoor het lichaam kan bewegen, en taal kan worden gesproken.
De Boeddha onderwees dus dat we vorm in al zijn aspecten moeten onderzoeken om het inzicht te verkrijgen dat ons in staat stelt alle vastklampende veronderstellingen te verwijderen dat ze ‘ik’ of ‘van mij’ zijn. Hoe gebeurt dit? Als we onderzoeken, dan zien we yam kiñci rupam atitanagata-paccuppannam: vorm – verleden, toekomstig of heden; intern of extern; grof of subtiel; gewoon of subliem; ver weg of dichtbij – is veranderlijk, onbevredigend, en niet-zelf. Het valt allemaal onder de Drie Karakteristieken. Als we hierover nadenken, noemt men dat pariyatti-dhamma, de Dhamma van studie. Als we de dingen daadwerkelijk ontrafelen en een voor een doorgronden tot op het punt dat we ware kennis en inzicht verwerven, noemt men dat de beoefening van inzichtmeditatie, het onderscheidende vermogen dat opkomt in lijn met hoe de dingen werkelijk zijn.
Dit is een korte uitleg over inzichtmeditatie, enkel gericht op het aggregaat van vorm. Wat gevoel betreft – plezier, pijn, en gevoelens van noch plezier noch pijn in ons – zodra we vorm waarachtig hebben gezien zullen we inzien dat hetzelfde geldt voor gevoel. Het is veranderlijk. Als het veranderlijk is, dan zal het voor onbevredigdheid en stress zorgen vanwege die veranderlijkheid. Zo stapelen we lijden op lijden. In werkelijkheid is er geen reden waarom het bewustzijn zou moeten lijden door deze dingen, maar we krijgen het toch voor elkaar om onszelf erdoor te laten lijden. Ook al is het niet-zelf, er is lijden omdat we niet weten. Er is veranderlijkheid omdat we niet weten. Zolang we geen inzichtmeditatie ontwikkelen om helder en werkelijk te weten, zullen we de subtiele en latente neigingen van onwetendheid, de latente neigingen van worden, de latente neigingen van zintuiglijkheid niet in onszelf kunnen vernietigen.
Maar als we in staat zijn om inzichtmeditatie te beoefenen tot het punt waarop we vorm helder zien in termen van de Drie Karakteristieken van veranderlijkheid, onbevredigdheid en niet-zelf, dan zal de betovering verbroken worden. Als de latente neigingen van onwetendheid en ‘worden’ (Eng: becoming) vernietigd zijn, dan zal de latente neiging van zintuiglijkheid geen poot meer hebben om op te staan. Er is dan niets meer dat het kan verzinnen, want er is geen begoocheling meer. Als onwetendheid uiteenvalt dan vallen de verzinsels uiteen. Als de verzinsels uiteen vallen, dan zal de onbevredigdheid die afhankelijk is van de verzinsels ook uiteen moeten vallen.
Dit is de reden dat we meditatie moeten beoefenen in lijn met de factoren van het Nobele Achtvoudige Pad zoals onderwezen door de Boeddha. Om het nog verder samen te vatten zijn er drie trainingen: moraliteit, concentratie, en wijsheid. Moraliteit – terughoudendheid beoefenen ten aanzien van onze woorden en daden – is onderdeel van het pad. Kalmte-meditatie en inzichtmeditatie vallen onder concentratie. Zodoende omvatten moraliteit, concentratie en wijsheid het pad. Of als je het nog verder wil condenseren, er zijn fysieke fenomenen en mentale processen – dat wil zeggen, het lichaam en het bewustzijn. Als we de karakteristieke van het lichaam juist begrijpen, dan zullen we doorgronden hoe lichaam en bewustzijn samenhangen. Dan kunnen we ze uit elkaar halen. We zullen zien wat niet-zelf is en niet niet-zelf is. De dingen an sich zijn niet niet-zelf, want ze bestaan in- en op zichzelf. Het is niet zo dat er helemaal niets is. Als er niets zou zijn, hoe zou er dan contact kunnen zijn? Denk er maar eens over na. Neem het vuur element: wie zou het kunnen vernietigen? Hoewel het niet-zelf is, heeft het wel een in- en op zichzelf. Hetzelfde geldt voor de andere elementen. Met andere woorden, deze dingen bestaan nog steeds, er is alleen geen vastklampen meer.
Ik vraag jullie dit te begrijpen en het op een juiste manier te beoefenen zodat jullie geluk en vooruitgang zullen ervaren.
Dat is genoeg uitleg voor nu. Blijf mediteren totdat de tijd om is.
Bovenstaande toespraak is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald. De Engelse versie Right Concentration werd naar het Engels vertaald door Thanissaro Bhikkhu en staat op Acces to insight.
Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.
Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg
Boeddha, Dhp 276