Aldus heb ik gehoord. Op een gegeven moment leefde de Gezegende in Benares, in het Herten Park te Isiptana. Daar zei hij tegen de monniken van de groep van vijf: “Monniken.”
“Eerwaarde heer,” antwoordden zij. De Gezegende zei dit:
“Monniken, vorm heeft geen-zelf. Als vorm het zelf was dan zou deze vorm niet voor kwelling zorgen en zou men van vorm kunnen vragen: ‘laat mijn vorm zo zijn, laat mijn vorm niet zo zijn.’ En omdat vorm geen-zelf heeft, leidt het tot kwelling en niemand kan van vorm vragen: ‘Laat mijn vorm zo zijn, laat mijn vorm niet zo zijn.’”
“Monniken, gevoel heeft geen-zelf…”
“Monniken, perceptie heeft geen-zelf…”
“Monniken, mentale formaties hebben geen-zelf…”
“Monniken, bewustzijn heeft geen-zelf. Als bewustzijn het zelf was dan zou dit bewustzijn niet voor kwelling zorgen en zou men van het bewustzijn kunnen vragen: ‘laat mijn bewustzijn zo zijn, laat mijn bewustzijn niet zo zijn.’ En omdat bewustzijn geen-zelf heeft, leidt het tot kwelling en niemand kan van bewustzijn vragen: ‘Laat mijn bewustzijn zo zijn, laat mijn bewustzijn niet zo zijn.’
“Monniken, hoe denken jullie hierover: is vorm permanent of vergankelijk?” – “Vergankelijk, eerwaarde heer.” – “Nu, is dat wat vergankelijk is onaangenaam of aangenaam?” – “Onaangenaam, eerwaarde heer.” – Nu, is dat wat vergankelijk is, wat onaangenaam is omdat het onderhevig is aan verandering, geschikt om als volgt te worden beschouwd: ‘Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf’”? – “Nee, eerwaarder heer.”
“Is gevoel permanent of vergankelijk?…”
“Is perceptie permanent of vergankelijk?…”
“Zijn mentale formaties permanent of vergankelijk?…”
“Is bewustzijn permanent of vergankelijk?” – “Vergankelijk, eerwaarde heer.” – “Nu, is dat wat vergankelijk is onaangenaam of aangenaam?” – “Onaangenaam, eerwaarde heer.” – Nu, is dat wat vergankelijk is, wat onaangenaam is omdat het onderhevig is aan verandering, geschikt om als volgt te worden beschouwd: ‘Dit is van mij, dit ben ik, dit is mijn zelf’”? – “Nee, eerwaarder heer.”
“Dus, monniken, welke vorm dan ook, in het verleden, de toekomst of het heden opgekomen, grof of subtiel, intern of extern, inferieur of superieur, ver weg of dichtbij, moet met juist begrip over hoe het is zo worden gezien: ‘Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.’”
“Welk gevoel dan ook…”
“Welke perceptie dan ook…”
“Welke mentale formaties dan ook…”
“Welk bewustzijn dan ook, in het verleden, de toekomst of het heden opgekomen, grof of subtiel, intern of extern, inferieur of superieur, ver weg of dichtbij, moet met juist begrip over hoe het is zo worden gezien: ‘Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.’
“Monniken, als een nobele discipel die de waarheid heeft gehoord zo ziet, ervaart hij vervreemding in vorm, ervaart hij vervreemding in gevoel, ervaart hij vervreemding in perceptie, ervaart hij vervreemding in mentale formaties, ervaart hij vervreemding in bewustzijn.”
“Als hij vervreemding ervaart vaagt verlangen uit. Met het uitvagen van verlangen is hij bevrijd. Bevrijd komt de kennis op dat hij bevrijd is.’ Hij begrijpt: ‘Vernietigd is geboorte, het heilige leven is geleefd, wat gedaan moest worden is gedaan, er is niets meer in deze wereld.’”
Dat is wat de Gezegende zei. De monniken waren verheugd en stemden in met zijn woorden. En terwijl deze leerrede werd gehouden werd het hart van de monniken van de groep van vijf bevrijd van de mentale vervuilingen door niet meer vast te klampen.
Deze sutta is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald.
Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.
Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg
Boeddha, Dhp 276