Ajahn Chah

Vragen & Antwoorden over Meditatie

Vragen & Antwoorden over Meditatie

Een van de mooiste manieren om les te krijgen van Ajahn Chah is om in zijn huisje te zitten en te luisteren terwijl hij vragen beantwoordt van de monniken van het klooster en de constante stroom van lekenbezoekers.

Het is hier dat men de universaliteit van zijn manier van deze manier van boefenen kan zien, want hoewel hij op sommige dagen misschien alleen de rijstteelt met een lokale boer bespreekt, zijn de meeste vragen die men hoort dezelfde als die van Aziaten en Westerlingen. De vragen gaan over twijfels en angsten, de manieren om het hart te kalmeren, de mogelijkheden en de strijd om een moreel en meditatief leven te leiden.

Een of tweehonderd of meer Europese en Amerikaanse studenten hebben in de loop der jaren hun weg naar het plattelandsbos van Thailand gevonden om in Wat Ba Pong en de bijbehorende kloosters te mediteren. Onder hen bevinden zich zoekers en reizigers, artsen en vrijwilligers van het Vredeskorps, oud en jong. Sommigen zijn gekomen om het pad van de monnik voorgoed tot hun levenswijze te maken. Anderen blijven korter en keren dan terug naar het Westen om de weg van bewuste aandacht in hun leven te integreren en toe te passen in hun gezinsleven.

Sommige van de vragen die volgen werden door monniken gesteld tijdens de regentijd van 1970, zowel in het Westen als in Thailand. Andere kwamen van een meer recente sessie tijdens een bezoek van westerse lekenstudenten en Dharmadocenten aan Wat Ba Pong. Als je goed luistert naar de antwoorden zul je zien dat ze allen naar een manier van beoefenen en vrijheid wijzen die die je in je eigen leven kunt toepassen. Elk bevat de zaden van de Dharma van bevrijding, en elk punt wijst je terug naar de bron van echt inzicht en begrip – je eigen hart en bewustzijn.

Vragen en Antwoorden

Vraag: Hoe moeten we beginnen met mediteren? Moeten we aan meditatie beginnen met een groot vertrouwen?

Antwoord: Veel mensen beginnen met weinig vertrouwen en begrip. Dit is heel natuurlijk. We moeten allemaal beginnen waar we zijn. Wat belangrijk is, is dat als je mediteert je bereid bent om in je eigen bewustzijn te kijken, naar de eigen omstandigheden, om op een directe manier over jezelf te leren. Dan zal het vertrouwen en begrip in je hart vanzelf sterker worden.

V: Ik doe heel erg mijn best in mijn meditatie, maar het lijkt alsof ik nergens kom.

A: Probeer niet ergens te komen in je meditatie. Juist het verlangen om vrij te zijn of om verlicht te zijn zal het verlangen zijn dat je vrijheid verhindert. Je kunt zo hard je best doen als je wilt, dag en nacht vurig mediteren, maar als je nog het verlangen hebt om iets te bereiken, zal je nooit vrede vinden. De energie van dit verlangen zal voor twijfel en rusteloosheid zorgen. Het maakt niet uit hoe lang en intensief je mediteert, wijsheid ontstaat niet uit verlangen. Laat het gewoon gaan. Kijk aandachtig naar het bewustzijn en het lichaam, maar probeer niet iets te bereiken. Anders zal je, als je begint met mediteren en je hart rustiger wordt, gelijk denken, “Oh, ben ik al bij het eerste stadium? Hoe veel verder moet ik nog gaan?” Op dat moment verlies je alles. Het is het beste om gewoon te observeren hoe de meditatie zich op natuurlijk wijze ontwikkelt.

Je moet oplettend zijn zonder enig concept over niveaus, simpel en direct, op wat er in je hart of bewustzijn gebeurt. Hoe meer je kijkt, hoe helderder je zult zien. Als je leert om compleet oplettend te zijn, dan hoef je je geen zorgen te maken over welk stadium je hebt bereikt; ga gewoon door in de juiste richting, en de dingen zullen zich op natuurlijke wijze aan je openbaren.

Hoe kan ik spreken over de essentie van de beoefening? Vooruit lopen is niet correct, achteruit deinzen is niet correct, en stilstaan is niet correct. Er is geen manier of maat om bevrijding te categoriseren.

V: Maar zoeken we niet diepere concentratie in de meditatie?

A: In zittende meditatie, als je hart stil en geconcentreerd wordt, is dat een belangrijk werktuig om te gebruiken. Maar je moet voorzichtig zijn om niet in deze rust te blijven steken. Als je alleen maar zit om concentratie te krijgen en je zo gelukkig en fijn te voelen, dan verspil je je tijd. Meditatie is zitten en je hart stil en geconcentreerd maken en dan die concentratie gebruiken om de aard van bewustzijn en lichaam te onderzoeken. Anders, als je simpelweg het bewustzijn stil maakt, zal hij alleen maar stil en vrij van verontreinigingen zijn zolang als je zit. Dit is als het gebruiken van een steen om een kuil met afval te dichten; als je de steen weghaalt, dan zit de kuil nog steeds vol met vuil. De vraag is niet hoe lang of kort je zit. Je moet je concentratie gebruiken, niet om je tijdelijk te verliezen in extase, maar om zo diep als mogelijk de aard van bewustzijn en lichaam te doorgronden. Dit is wat je uiteindelijk bevrijdt.

Het onderzoeken van bewustzijn en lichaam op de meest directe manier heeft niks te maken met denken. Er zijn twee niveaus van onderzoeken. Een is met gedachten en denken, je gevangen houdend in een oppervlakkige perceptie van ervaring. De andere is het stille, geconcentreerde naar binnen gekeerde luisteren. Pas als het hart geconcentreerd en stil is kan echte wijsheid op natuurlijke wijze opkomen. In het begin is wijsheid een hele zachte stem, een gevoelige jonge plant die net begint uit de aarde op te rijzen. Als je dit niet begrijpt, dan denk je er misschien te veel over na en vertrap je het onder je voeten. Maar als je het stilletjes voelt, kan je, in die ruimte, beginnen de fundamentele aard van je lichaam en van je mentale processen aan te voelen. Het is dit zien dat er toe leidt dat je leert over verandering, over leegte, en over zelfloosheid van lichaam en bewustzijn.

V: Maar als we niets zoeken, wat is Dhamma dan?

Overal waar je kijkt is de Dhamma; bij het bouwen van een gebouw, bij het lopen over straat, bij het zitten in de badkamer, of hier in de meditatiehal, dit is allemaal Dhamma. Wanneer je juist begrijpt, is er niets in de wereld dat niet Dhamma is.

Maar je moet begrijpen. Gelukkig zijn en ongelukkig zijn, plezier en pijn zijn altijd bij ons. Wanneer je hun aard begrijpt, zijn de Boeddha en de Dhamma daar. Als je de dingen helder ziet, is elk ervaringsmoment de Dhamma. Maar de meeste mensen reageren blindelings op alles wat plezierig is, “Oh, dit vind ik fijn, ik wil meer”, en op alle onplezierige dingen, “Ga weg, ik vind dit niet fijn, ik wil dit niet meer”. Als je jezelf in plaats daarvan toestaat om je op de meest simpele manier volledig te openen voor de aard van elke ervaring, zal je één worden met de Boeddha.

Het is zo makkelijk en direct wanneer je het eenmaal begrijpt. Als plezierige dingen opkomen, begrijp dat ze leeg zijn. Als onplezierige dingen opkomen, begrijp dat ze niet jou zijn, niet van jou; ze gaan voorbij. Als je fenomenen niet op jezelf betrekt alsof ze gelijk zijn aan jou, of jezelf als hun eigenaar ziet, dan komt het bewustzijn in balans. Deze balans is het juiste pad, de juiste leer van de Boeddha die tot bevrijding leidt. Vaak raken mensen zo opgewonden – “Kan ik dit of dat niveau van samādhi (concentratie) bereiken?” of “Welke krachten kan ik ontwikkelen?” Ze slaan de lessen van de Boeddha helemaal over en gaan naar een andere wereld die niet echt bruikbaar is. De Boeddha is in de simpelste dingen te vinden, recht voor je, als je bereid bent om te kijken. En de essentie van deze balans is het niet-grijpende bewustzijn.

Wanneer je begint met mediteren, is het belangrijk om een goed richtingsgevoel te hebben. In plaats van gewoon allerlei wegen te proberen en in cirkels rond te dwalen, moet je een kaart raadplegen van iemand die er al eerder is geweest, zodat je een gevoel krijgt voor de richting. De weg naar bevrijding die als eerste door de Boeddha werd onderwezen, was de middelste weg, tussen de extremen van verlangens bevredigen en zelfkastijding. Het bewustzijn moet open staan voor alle ervaringen zonder zijn balans te verliezen en in deze extremen te vervallen. Dit maakt het mogelijk om de dingen te zien zonder te reageren en te grijpen of af te stoten.

Wanneer je deze balans begrijpt, wordt de weg duidelijk. Als je groeit in begrip, en er dan dingen komen die plezierig zijn, realiseer je je dat ze niet zullen blijven, dat ze leeg zijn, dat ze je geen zekerheid bieden. Onplezierige dingen zullen ook geen problemen meer veroorzaken want je zult zien dat ook zij niet blijven, dat ze evengoed leeg zijn. Uiteindelijk, als je verder langs de weg gaat, zal je inzien dat niets in de wereld een essentiële waarde heeft. Er is niks om aan vast te houden. Alles is zoals een oude bananenschil of een kokosnootschil – je hebt er niks aan, je bent er niet door gefascineerd. Wanneer je ziet dat de dingen in de wereld als oude bananenschillen zijn waar je geen waarde aan hecht, dan ben je vrij om in door de wereld te gaan zonder gestoord of gekwetst te worden, op wat voor manier dan ook. Dit is de weg die je naar vrijheid zal brengen.

V: Raad u leerlingen aan om lange, intensieve, stiltemeditatie-retraites te doen?

A: Dat is hoofdzakelijk een individuele kwestie. Je moet leren te mediteren in allerlei situaties, zowel op de markt alsook wanneer je echt alleen bent. Toch is het handig om te beginnen waar het stil is; dat is één van de redenen waarom wij in het bos leven. In het begin doe je dingen langzaam, werkend om bewust aandachtig te worden. Na een tijdje kan je leren om in elke situatie bewuste aandacht te hebben.

Sommige mensen hebben gevraagd om zes maanden of een jaar een stille, intensieve meditatiebeoefening te doen. Hiervoor kan geen regel zijn; het moet op individueel niveau bepaald worden. Het is net als de ossenkar die de dorpelingen hier gebruiken. Als de bestuurder een lading naar een stadje toe brengt, dan moet hij de kracht van de wagen, de wielen, en de ossen beoordelen. Kunnen ze het aan, of niet? Op dezelfde manier moeten de leerling en de leraar goed aanvoelen wat de mogelijkheden en limieten zijn. Is de leerling klaar voor dit soort beoefening? Is dit het juiste moment? Voel het goed aan en wees verstandig; ken en respecteer je eigen limieten. Dat is ook wijsheid.

De Boeddha sprak over twee meditatiestijlen: bevrijding door wijsheid en bevrijding door concentratie. Mensen wiens stijl de bevrijding door wijsheid is, horen de Dhamma en beginnen het meteen te begrijpen. Omdat de hele leer simpelweg is de dingen te laten gaan, de dingen te laten zijn, beginnen zij op natuurlijke wijze het laten gaan te beoefenen, zonder een grote hoeveelheid inspanning of concentratie. Deze simpele meditatie kan ze uiteindelijk naar dat diepere gebied brengen waar er geen laten gaan of iemand om aan vast te houden meer is.

Sommige mensen, aan de andere kant, afhankelijk van hun achtergrond, hebben veel meer concentratie nodig. Zij moeten op gedisciplineerde wijze, over langere tijd zitten en mediteren. Voor hen wordt deze concentratie, als hij op een juiste manier wordt gebruikt, de basis voor diep, doorgrondend inzicht. Als het bewustzijn eenmaal geconcentreerd is, is het alsof je de middelbare school hebt afgemaakt en naar de universiteit kan gaan om allerlei dingen te bestuderen. Als samādhi eenmaal sterk is, kan je verschillende niveaus van absorptie in gaan, of je kan alle niveaus van inzicht ervaren, afhankelijk van hoe je kiest de concentratie te gebruiken.

In elk geval, bevrijding door wijsheid en bevrijding door concentratie moeten tot dezelfde vrijheid in de beoefening voeren. Alle werktuigen van onze beoefening die toegepast worden zonder hechting kunnen ons naar bevrijding brengen. Zelfs de voorschriften – of het nou de vijf voorschriften van de leek, de tien voorschriften van de novice, of de 227 voorschriften van een monnik zijn – kunnen op dezelfde manier worden gebruikt. Want dit zijn vormen van discipline die bewuste aandacht en opgeven nodig hebben, er is geen limiet aan hun bruikbaarheid. Bijvoorbeeld, als je zelfs alleen het fundamentele voorschrift van eerlijkheid blijft verfijnen, het toepassend op je handelingen naar buiten en overpeinzingen naar binnen toe, kent het geen limiet. Net als elk ander Dhamma-werktuig, kan het je bevrijden.

V: Is het nuttig om op liefdevolle vriendelijkheid te mediteren als apart onderdeel van de meditatie?

A: Woorden van liefdevolle vriendelijkheid herhalen kan nuttig zijn, maar dit is een best elementaire meditatie. Wanneer je daadwerkelijk in je eigen bewustzijn hebt gekeken en de essentiële boeddhistische beoefening juist hebt uitgevoerd, zal je begrijpen dat ware liefde verschijnt. Wanneer je het zelf en de ander laat gaan, dan is er een diepe, natuurlijke ontwikkeling die verschilt van het kinderspel van het herhalen van de formule, “Moge alle wezens gelukkig zijn; moge alle wezen vrij zijn van lijden.”

V: Waar moeten we heen gaan om de Dhamma te bestuderen?

A: Als je de Dhamma zoekt, zal je zien dat het niks te maken heeft met het bos, de bergen, of de grotten – het bestaat alleen in het hart. De taal van de Dhamma is niet Engels of Thai of Sanskriet. Het heeft zijn eigen taal, die hetzelfde is voor alle mensen – de taal van ervaring. Er is een groot verschil tussen concepten en directe ervaring. Ieder die een vinger in een glas heet water steekt zal dezelfde ervaring van hitte hebben, maar het wordt in verschillende talen verschillend genoemd. Op dezelfde manier geldt dat, wie diep in het hart kijkt dezelfde ervaring zal hebben, ongeacht zijn of haar nationaliteit of cultuur of taal. Als je in je hart bij die smaak van Dhamma komt, wordt je één met anderen, alsof je bij een grote familie gaat horen.

V: Is het boeddhisme dan heel anders dan andere religies?

A: Het is de taak van elke echte religie, inclusief het boeddhisme, om mensen naar het geluk te brengen door het helder en eerlijk zien van hoe de dingen zijn. Wanneer welke religie of system of meditatie dan ook dit bewerkstelligt, kan je dat boeddhisme noemen, als je dat wilt.

In het Christendom bijvoorbeeld, is kerstmis een van de meest belangrijke vakanties. Een groep westerse monniken besloot vorig jaar een speciale dag van kerstmis te maken, met een ceremonie van geschenken geven en verdiensten verwerven. Verscheidene andere discipelen van mij hadden hier vraagtekens bij, zeggend, “Als zij ingewijd zijn als boeddhisten, hoe kunnen ze dan kerstmis vieren? Is dat niet een christelijke viering?”

In mijn Dhamma talk legde ik uit hoe alle mensen in de wereld fundamenteel hetzelfde zijn. Ze Europeanen, Amerikanen, of Thai noemen geeft alleen maar aan waar ze zijn geboren of wat voor kleur haar ze hebben, maar ze hebben eigenlijk allemaal hetzelfde soort bewustzijn en lichaam; ze horen allemaal tot dezelfde familie van mensen die geboren worden, oud worden, en sterven. Wanneer je dit begrijpt, worden verschillen onbelangrijk. Op dezelfde manier geldt dat, als kerstmis een bezigheid is waar mensen een extra inzet leveren om op een bepaalde manier goed te doen en vriendelijk en behulpzaam te zijn voor anderen, dan is dat belangrijk en mooi, ongeacht wat voor system je gebruikt om het te beschrijven.

Dus vertelde ik de dorpelingen, “Vandaag noemen we dit ‘Kerstboeddhamis’.” Zolang als mensen op de juiste manier beoefenen, beoefenen zij christelijk-boeddhisme, en is het goed.

Ik onderwijs op deze manier om het mensen mogelijk te maken hun gehechtheid aan verscheidene concepten los te laten en te zien wat er gebeurt, op een directe en natuurlijke wijze. Alles wat ons inspireert om te zien wat waar is en te doen wat goed is, is juiste beoefening. Je mag het zo noemen als je wilt.

V: Denkt u dat het bewustzijn van Aziaten en Westerlingen verschilt?

A: In principe is er geen verschil. Uiterlijke gewoonten of de taal lijken mogelijk anders, maar het menselijk bewustzijn heeft natuurlijke kenmerken die hetzelfde zijn voor iedereen. Hebberigheid en haat zijn hetzelfde in een Oosters of een Westers bewustzijn. Lijden en het ophouden van het lijden zijn het zelfde voor alle mensen.

V: Is het raadzaam om veel te lezen of de teksten te bestuderen als onderdeel van de beoefening?

A: De Dhamma van de Boeddha wordt niet gevonden in boeken. Als je echt zelf wilt zien waar de Boeddha het over had, dan hoef je je niet bezig te houden met boeken. Kijk naar je eigen bewustzijn. Onderzoek hoe gevoelens en gedachten komen en gaan. Hecht aan niets, wees gewoon aandachtig voor alles wat er te zien is. Dit is de weg naar de waarheden van de Boeddha. Wees natuurlijk. Alles wat je in dit leven hier doet is een kans om te beoefenen. Het is allemaal Dhamma. Als je je klusjes doet, probeer bewust aandachtig te zijn. Of je nou een spuwbak leegt of een toilet schoonmaakt, voel het niet als een gunst die je voor iemand anders doet. Er zit Dhamma in het legen van spuwbakken. Voel het niet zo alsof je alleen maar beoefent als je met gekruiste benen stil zit. Sommigen van jullie hebben zich beklaagd dat er niet genoeg tijd is om te mediteren. Is er genoeg tijd om te ademen? Dit is je meditatie: bewuste aandacht, natuurlijkheid, in alles wat je doet.

V: Waarom hebben we geen dagelijkse gesprekken met de leraar?

A: Als je vragen hebt, ben je op elk moment welkom om te komen en ze te stellen. Maar we hebben hier geen dagelijkse gesprekken nodig. Als ik elke kleine vraag beantwoord, begrijpen jullie nooit het proces van twijfel in je eigen bewustzijn. Het is essentieel dat je leert jezelf te onderzoeken, jezelf te spreken. Luister elke paar dagen voorzichtig naar het onderwijs, gebruik dit onderwijs als vergelijkingsmateriaal met je eigen meditatie. Is het hetzelfde? Is het anders? Heb je twijfels? Wie is het die twijfelt? Alleen door zelfonderzoek kan je begrijpen.

V: Wat kan ik tegen twijfel doen? Op sommige dagen word ik lastig gevallen door twijfels over de meditatie of mijn eigen vooruitgang of de leraar.

A: Twijfelen is natuurlijk. Iedereen begint met twijfels. Je kan een heleboel van ze leren. Wat belangrijk is, is dat je jezelf niet met ze identificeert. Dat wil zeggen, raak er niet in verstrengelt, laat je bewustzijn niet in eindeloze cirkels draaien. Bekijk in plaats daarvan het hele proces van twijfelen, van je dingen afvragen. Zie wie het is die twijfelt. Zie hoe de twijfels komen en gaan. Dan zal je niet langer het slachtoffer van je twijfels zijn. Je zult er uit stappen, en je bewustzijn zal rustig zijn. Je kan zien hoe alle dingen komen en gaan. Laat dat waar aan je gehecht bent gewoon gaan. Laat je twijfels gewoon gaan en kijk simpelweg. Dit is hoe je het twijfelen beëindigt.

V: Hoe zit het met andere methoden? Vandaag de dag lijken er zo veel verschillende leraren en zo veel verschillende meditatiesystemen te zijn dat het heel verwarrend is.

A: Het is net als naar de stad gaan. Je kan van het noorden, van het zuidoosten, van allerlei verschillende richtingen er naar toe gaan. Vaak verschillen de systemen alleen aan de buitenkant. Of je nou op de ene of de andere manier loopt, snel of langzaam, als je bewuste aandacht hebt, is het allemaal hetzelfde. Er is een essentieel punt waar alle goede manieren van meditatie op gegeven moment naar toe moeten leiden – niet-vastklampen. Uiteindelijk moet je alle meditatiesystemen laten gaan. En je kan je ook niet aan de leraar vastklampen. Als een systeem tot loslaten voert, tot niet-vastklampen, dan is het een juiste meditatie.

Misschien wil je wel reizen, verschillende leraren bezoeken en andere systemen proberen. Sommigen van jullie hebben dat al gedaan. Dit is een natuurlijk verlangen. Je zal te weten komen dat duizend gestelde vragen en kennis van vele systemen je niet tot de waarheid brengen. Uiteindelijk zal je verveeld raken. Je zult zien dat alleen door te stoppen en je eigen hart te onderzoeken, je te weten kan komen waar de Boeddha het over had. Het is niet nodig om buiten jezelf te zoeken. Uiteindelijk moet je terugkomen om je eigen ware natuur het hoofd te bieden. Precies waar je bent is waar je de Dhamma kunt begrijpen.

V: Vaak lijkt het alsof veel monniken hier niet aan het mediteren zijn. Ze lijken slordig en onopmerkzaam, en dat stoort mij.

A: Ziend dat andere monniken zich slecht gedragen, raak je geïrriteerd en lijd je onnodig daaronder, denkend, “Hij is niet zo strikt als ik ben. Zij zijn niet zo serieus bezig met meditatie als wij, Zij zijn geen goede monniken.”

Proberen om iedereen zich zo te laten gedragen als jij wil dat ze zich gedragen zal er alleen maar voor zorgen dat jij lijdt. Niemand kan voor jou mediteren, net zoals jij niet voor iemand anders kunt mediteren. Kijken naar anderen zal jou meditatie niet helpen; kijken naar anderen zal niet voor de ontwikkeling van wijsheid zorgen. Het is een grote verontreiniging aan jouw kant.

Vergelijk niet. Discrimineer niet. Discrimineren is gevaarlijk, net als een weg met een hele scherpe bocht. Als we denken dat anderen slechter zijn, beter zijn, of hetzelfde zijn dan wij, dan vliegen we uit de bocht. Als we discrimineren, lijden we daar alleen maar onder. Het is niet aan jou om te oordelen of iemands discipline slecht is of dat zij goede monniken zijn. De discipline van monniken is een werktuig om te gebruiken in je eigen meditatie, niet als wapen voor het bekritiseren of het vinden van fouten.

Laat je zienswijzen gaan en kijk naar jezelf. Dat is onze Dhamma. Als je geïrriteerd bent, kijk naar de irritatie in je eigen bewustzijn. Let gewoon met bewuste aandacht op je eigen handelingen; onderzoek simpelweg jezelf en je gevoelens. Dan zal je begrijpen. Dit is de manier om te beoefenen.

V: Ik ben erg voorzichtig geweest om de beheersing van de zintuigen te beoefenen. Ik kijk altijd omlaag en let met bewuste aandacht op elke handeling die ik verricht. Wanneer ik eet, bijvoorbeeld, neem ik lang de tijd en probeer ik elke stap te onderscheiden, kauwen, proeven, slikken, en zo voort – en ik neem elke stap bewust en voorzichtig. Beoefen ik op de juiste manier?

A: Het beheersen van de zintuigen is een juiste beoefening. We moeten er gedurende de dag goed op letten. Maar overdrijf het niet. Loop, eet, en handel op natuurlijk wijze, en ontwikkel dan natuurlijke aandacht voor wat er in jezelf gebeurt. Je meditatie forceren of jezelf forceren om vreemde gewoonten aan te nemen is een andere vorm van verlangen. Geduld en uithoudingsvermogen zijn noodzakelijk. Als je op natuurlijke manier handelt en bewuste aandacht hebt, zal wijsheid op natuurlijk wijze komen.

V: Wat is uw advies dan voor nieuwe beoefenaars?

A: Hetzelfde als voor oude beoefenaars! Blijf doorgaan.

V: Ik kan woede observeren en werken met hebberigheid, maar hoe kan ik onwetendheid observeren?

A: Je rijdt op een paard en vraagt “Waar is het paard?” Let op.

V: Hoe zit het met slaap? Hoeveel moet ik slapen?

A: Dat moet je niet aan mij vragen, ik kan het je niet vertellen. Wat echter wel belangrijk is, is dat je zelf kijkt en weet. Als je probeert met te weinig slaap rond te komen, zal het lichaam zich oncomfortabel voelen, en het zal moeilijk zijn om bewuste aandacht te behouden. Te veel slaap, aan de andere kant, zorgt voor een saaie of rusteloos bewustzijn. Vind de natuurlijke balans voor jezelf. Kijk voorzichtig naar bewustzijn en lichaam, en hou de slaapbehoefte bij totdat je het optimum vindt. Wakker worden en je dan omdraaien voor om weer in te dutten is een verontreiniging. Vestig bewuste aandacht zodra je je ogen opent.

Wat slaperigheid betreft, er zijn veel manieren om dat te overwinnen. Als je in het donker zit, ga dan naar een lichte plaats. Open je ogen. Sta op en was of sla je gezicht, of neem een bad. Als je slaperig bent, verander van houding. Loop veel. Loop achteruit. De angst om ergens tegen aan te lopen zal je wakker houden. Als dit mislukt, sta stil, maak het bewustzijn helder, en stel je voor dat het helder daglicht is. Of ga op de rand van een hoog klif of een diepe put zitten. Je zult niet durven slapen! Als niets werkt, ga dan gewoon slapen. Ga voorzichtig liggen, en probeer bewust te zijn tot het moment dat je in slaap valt. Sta, zodra je wakker wordt, meteen op.

V: Hoe zit het met eten? Wat is de juiste hoeveelheid om te eten?

A: Eten is hetzelfde als slapen. Je moet het zelf te weten komen. Voedsel moet geconsumeerd worden om aan de lichamelijke behoeften te voldoen. Zie je voedsel als medicijn. Eet je zoveel dat je je na de maaltijd slaperig voelt en elke dag vetter wordt? Probeer minder te eten. Onderzoek je eigen lichaam en bewustzijn, zodra nog vijf eetlepels je vol maken, stop dan en drink water totdat je goed vol zit. Ga dan zitten. Kijk naar je slaperigheid en honger. Je moet leren om je eten in balans te brengen. Als je meditatie zich verdiept, voel je je vanzelf energieker en eet je minder. Maar je moet jezelf aanpassen.

V: Is het nodig om hele lange tijden te zitten?

A: Nee, uren achter elkaar zitten is niet nodig. Sommige mensen denken dat hoe langer je kunt zitten, des te wijzer je waarschijnlijk bent. Ik heb kippen dagen achter elkaar op hun nest zien zitten. Wijsheid komt van bewust aandachtig zijn in alle houdingen. Je beoefening moet beginnen zodra je wakker wordt in de ochtend en moet doorgaan totdat je in slaap valt. Hou je niet bezig met hoe lang je zit. Het enige dat belangrijk is, is dat je bewust aandachtig blijft, of je nou loopt, zit, of naar de toilet gaat.

Ieder individu heeft zijn eigen natuurlijke tempo. Sommigen onder jullie zullen op vijftigjarige leeftijd sterven, sommigen met vijfenzestig, en sommigen op negentigjarige leeftijd. Net zo zal jullie meditatie niet identiek zijn. Denk hier niet aan, maak je er geen zorgen om. Probeer aandachtig te zijn, en laat de dingen hun natuurlijke beloop nemen. Dan zal je bewustzijn in elke omgeving stil worden, net als een stille woudvijver. Allerlei wonderbaarlijke, zeldzame dieren zullen komen om bij de vijver te drinken, en je zult helder de ware natuur van alle dingen zien. Je zult veel vreemde en wonderbaarlijke dingen zien komen en gaan, maar jij zult stil zijn. Dit is de blijdschap van de Boeddha.

V: ik heb nog steeds veel gedachten, en mijn bewustzijn dwaalt vaak rond, ook al probeer ik bewust aandachtig te zijn.

A: Maak je hier geen zorgen over. Probeer gewoon je bewustzijn in het heden te houden. Wat er ook in het bewustzijn opkomt, kijk er gewoon naar en laat het gaan. Wens niet eens om van alle gedachten af te komen. Dan zal het bewustzijn naar zijn natuurlijke toestand terug keren. Geen onderscheid tussen goed en slecht, warm en koud, snel en langzaam. Geen mij en geen jou, geen enkel zelf – gewoon wat er is. Als je loopt is het niet nodig om iets speciaals te doen. Loop simpelweg en zie wat er is. Het is niet nodig om aan isolement of afzondering vast te houden. Waar je ook bent, ken jezelf door natuurlijk te zijn en te kijken. Als twijfels opkomen, kijk en zie ze komen en gaan. Het is heel simpel. Hou nergens aan vast.

Het is alsof je een weg af loopt. Regelmatig zal je obstakels tegen komen. Als je verontreinigingen ontmoet, zie ze gewoon en overwin ze door ze te laten gaan. Denk niet aan de obstakels die je al gepasseerd bent; maak je geen zorgen om degenen die je nog niet hebt gezien. Blijf bij het heden. Wees niet bezorgd om de lengte van de weg of de bestemming. Alles verandert. Wat je ook passeert, klamp je er niet aan vast. Uiteindelijk zal het bewustzijn zijn natuurlijke balans bereiken, waarin meditatie automatisch is. Alle dingen zullen vanzelf komen en gaan.

V: Hoe zit het met die hindernissen die moeilijk zijn? Bijvoorbeeld, hoe kunnen we lust in onze meditatie overwinnen? Soms heb ik het gevoel een slaaf te zijn van mijn seksuele verlangen.

A: Lust moet gebalanceerd worden door de overpeinzing van walgelijkheid. Hechting aan lichamelijke vorm is een extreme vorm, en men moet het tegenovergestelde in gedachten houden. Onderzoek het lichaam alsof het een lijk is en zie het proces van ontbinding, of denk aan de onderdelen van het lichaam, zoals longen, de milt, vet, ontlasting, en zo voort. Het je herinneren van deze dingen en het visualiseren van de walgelijke aspecten van het lichaam zullen je bevrijden van lust.

V: Hoe zit het met woede? Wat moet ik doen als ik woede voel opkomen?

A: Je kan het gewoon laten gaan, of anders leren om liefdevolle-vriendelijkheid te gebruiken. Wanneer sterk met woede vervulde toestanden van het bewustzijn opkomen, breng ze dan in balans door gevoelens van liefdevolle-vriendelijkheid te ontwikkelen. Als iemand iets slechts doet of boos wordt, wordt dan niet zelf ook boos. Als je dat wel doet dan ben je nog onwetender dan zij zijn. Wees wijs. Hou mededogen in je bewustzijn, want die persoon lijdt. Vul je bewustzijn met liefdevolle-vriendelijkheid alsof hij een geliefde broer is. Concentreer je op het gevoel van liefdevolle-vriendelijkheid als een meditatie-object. Verspreid het naar alle wezens in de wereld. Alleen door liefdevolle-vriendelijkheid wordt haat overwonnen.

V: Waarom moeten we zo veel buigen?

A: Buigen is een hele belangrijke uiterlijke vorm van beoefening en dient correct gedaan te worden. Breng je voorhoofd helemaal naar de grond. Hou de ellebogen dicht bij de knieën, ongeveer 7 cm uit elkaar. Buig langzaam, met aandacht voor je lichaam. Dit is een goede remedie tegen onze hoogmoed. We moeten vaak buigen. Wanneer je drie keer buigt, denk aan de kwaliteiten van de Boeddha de Dhamma en de Sangha, dat wil zeggen, de kwaliteiten van puurheid, pracht en vrede. We gebruiken de uiterlijke vorm om onszelf te trainen, om lichaam en bewustzijn in harmonie te brengen. Maak niet de fout om te kijken hoe anderen buigen. Als jonge novicen slordig zijn of oude monniken onopmerkzaam lijken, dan is het niet aan jou om hierover te oordelen. Het kan moeilijk zijn om mensen te trainen. Sommigen leren snel, maar anderen leren langzaam. Anderen veroordelen zal alleen je trots versterken. Kijk in plaats daarvan naar jezelf. Buig vaak; Raak je trots kwijt.

Zij die echt harmonieus geworden zijn met de Dhamma gaan veel verder dan de uiterlijke vorm. Want zij hebben het egoïsme overstegen, alles wat ze doen is een manier van buigen – lopend, buigen ze; etend, buigen ze; zich ontlastend, buigen ze.

V: Wat is het grootste probleem voor uw nieuwe discipelen?

A: Opinies. Zienswijzen en ideeën over alle dingen, over zichzelf, over de meditatie, over de leer van de Boeddha. Veel van degenen die hier komen hebben een hoge rang in de maatschappij. Het zijn rijke handelaren, afgestudeerden, leraren, overheidsfunctionarissen. Hun bewustzijn is gevuld met opinies over dingen, en ze zijn te slim om naar anderen te luisteren. Degenen die te slim zijn gaan na korte tijd weer weg; ze leren het nooit. Je moet je slimheid kwijt raken. Een kopje gevuld met vies, bedorven water is onbruikbaar. Pas als het oude water is weggegooid is het kopje weer bruikbaar. Jullie moeten je bewustzijn legen van opinies; dan zullen jullie zien. Onze beoefening gaat voorbij slimheid of domheid. Als je denkt, “Ik ben slim, ik ben rijk, ik ben belangrijk, ik begrijp alles van het boeddhisme”, dan verberg je de waarheid van anattā, oftewel niet-zelf. Alles wat je zult zien is zelf, ik, mijn. Maar het boeddhisme is het laten gaan van het zelf – leegte, Nibbāna. Als je denkt dat je beter bent dan anderen, dan zal je alleen maar lijden.

V: Zijn verontreinigingen zoals hebberigheid of boosheid alleen maar illusies, of zijn ze echt?

A: Ze zijn beide. De verontreinigingen die we lust of hebberigheid, boosheid en onwetendheid noemen, zijn alleen uiterlijke namen en voorkomens, net als dat we een schaal groot, klein, of mooi noemen. Als we een grotere schaal willen, noemen we deze klein. We creëren zulke concepten vanwege ons verlangen. Verlangen veroorzaakt discriminatie, terwijl de waarheid alleen maar is wat is. Kijk er zo naar. Ben je een man? Ja? Dat is het voorkomen van dingen. Maar je bent eigenlijk alleen maar een combinatie van elementen of een groep van veranderende aggregaten. Als het bewustzijn vrij is discrimineert het niet. Geen groot en klein, geen jij en ik, niets. We zeggen anattā, oftewel niet-zelf, maar eigenlijk, uiteindelijk, is er noch attā, noch anattā.

V: Zou u iets meer kunnen uitleggen over karma (Pali: kamma)?

A: Karma is actie. Karma is vastklampen. Lichaam, spraak, en bewustzijn maken allemaal karma als ze vastklampen. We creëren gewoonten die in de toekomst voor lijden kunnen zorgen. Dit is de vrucht van onze hechting, van onze vroegere verontreiniging.

Toen we jong waren, werden onze ouders wel eens boos en straften ze ons om ons te helpen. We raakten van streek als ouders en leraren ons bekritiseerden, maar later begrepen we waarom ze dit deden. Dat is net als karma. Stel je voor dat je een dief was voordat je een monnik werd. Je stal, maakte anderen, inclusief je ouders, ongelukkig. Nu ben je monnik, maar als je terug denkt aan hoe je ervoor gezorgd hebt dat anderen ongelukkig werden, dan voel je je slecht en ervaar je zelfs vandaag nog lijden. Of als je in het verleden iets vriendelijks gedaan hebt en er vandaag de dag aan terug denkt, dan voel je je gelukkig, en deze gelukkige toestand van het bewustzijn is het gevolg van karma van het verleden.

Vergeet niet, niet alleen lichaam maar ook spraak en mentale actie kunnen een conditie zijn voor toekomstige gevolgen. Alle dingen zijn geconditioneerd door oorzaken, zowel lange termijn als moment-op-moment. Maar je hoeft geen moeite te doen om te denken aan het verleden, heden, of toekomst; Kijk alleen maar nu naar lichaam en bewustzijn. mediteer en je zult duidelijk zien. Na lang gemediteerd te hebben zal je weten.

Zorg er echter voor dat je anderen zich met hun eigen karma bezig laat houden. Klamp je niet vast aan, of kijk niet naar anderen. Als ik gif inneem, dan lijd ik; het is niet nodig dat jij dit met mij deelt. Neem het goede dat je leraar te bieden heeft aan. Dan zal je bewustzijn vredig worden, net als het bewustzijn van je leraar.

V: Soms lijkt het alsof, sinds ik een monnik ben geworden, mijn moeilijkheden en lijden alleen maar zijn toegenomen.

A: Ik weet dat sommigen van jullie een achtergrond van materieel comfort en uiterlijke vrijheid hebben gehad. Ter vergelijking, je leeft nu een strikt bestaan. In de meditatie laat ik je vaak zitten en vele uren wachten, en voedsel en klimaat zijn anders dan waar je vandaan komt. Maar iedereen moet enkele van deze dingen ondergaan – het lijden dat voert tot het einde van het lijden – om te leren.

Al mijn leerlingen zijn als mijn kinderen. Ik heb alleen maar liefdevolle-vriendelijkheid en hun welzijn in mijn bewustzijn. Als het lijkt alsof ik je laat lijden, dan is dat voor je eigen bestwil. Als je boos wordt of medelijden met jezelf krijgt, is dat een geweldige kans om het bewustzijn te begrijpen. De Boeddha noemde de verontreinigingen onze leraren. Mensen met weinig opleiding en wereldse kennis kunnen makkelijk mediteren, maar ik weet dat sommigen van jullie goed opgeleid zijn en veel kennis in huis hebben. Het is alsof jullie westerlingen een heel groot huis hebben om schoon te maken. Wanneer je het huis schoon gemaakt hebt, zal je veel leefruimte hebben. Je moet geduldig zijn. Geduld en volharding zijn essentieel in onze meditatie.

Toen ik nog een jonge monnik was, had ik het niet zo zwaar als jullie. Ik kende de taal en at mijn gebruikelijke voedsel. Maar toch, op sommige dagen was ik wanhopig. Ik wilde het gewaad afleggen of zelfs zelfmoord plegen. Dit soort lijden komt door verkeerde zienswijzen. Wanneer je echter de waarheid hebt gezien, wordt je bevrijd van zienswijzen en opinies. Alles wordt vredig.

V: Ik heb hele vredige toestanden in het bewustzijn ontwikkeld door meditatie. Wat moet ik nu doen?

A: Dat is goed. Maak het bewustzijn vredig, geconcentreerd, en gebruik deze concentratie om het bewustzijn en het lichaam te onderzoeken. Wanneer het hart en het bewustzijn niet vredig zijn, moet je ook kijken. Dan zal je ware vrede kennen. Waarom? Omdat je veranderlijkheid ziet. Zelfs vrede moet als vergankelijk gezien worden. Als je gehecht bent aan vredige toestanden van het bewustzijn, dan zal je lijden als je deze niet hebt. Geef alles op, zelfs vrede.

V: Hoorde ik u zeggen dat u bang bent van hele volhardende leerlingen?

A: Ja, dat klopt. Ik ben bang dat ze te serieus zijn. Ze doen te hard hun best, zonder wijsheid, zichzelf in onnodig lijden duwend. Sommigen van jullie hebben besloten om verlicht te raken. Jullie knarsen je tanden en strijden de hele tijd. Jullie doen gewoon te hard je best. Jullie zouden gewoon moeten zien dat mensen allemaal hetzelfde zijn – ze kennen de aard van de dingen niet. Alle formaties, bewustzijn en lichaam, zijn vergankelijk. Kijk simpelweg en klamp je niet vast.

V: Ik mediteer al vele jaren. Mijn bewustzijn is open en vredig in bijna alle omstandigheden. Nu zou ik graag terugkeren en proberen om hoge toestanden van concentratie oftewel absorpties te bereiken.

A: Zulke beoefeningen zijn heilzame mentale gymnastiek. Als je wijsheid hebt, raak je niet verknocht aan geconcentreerde toestanden van het bewustzijn. Op dezelfde manier is lang willen zitten als training prima, maar beoefening staat eigenlijk los van welke houding dan ook. Direct kijken naar het bewustzijn is wijsheid. Wanneer je het bewustzijn onderzocht en begrepen hebt, heb je de wijsheid om de limieten van concentratie of boeken te kennen. Als je beoefend hebt en niet-vastklampen hebt begrepen, kan je terugkeren naar de boeken als een lekker toetje, en ze kunnen je ook helpen om anderen te onderwijzen. Of je kan terugkeren om absorptie-concentratie te beoefenen met de wijsheid nergens aan vast te houden.

V: Zegt u alstublieft meer over hoe we de Dhamma kunnen delen met anderen.

A: Handelen op manieren die vriendelijk en heilzaam zijn is de meest fundamentele manier om de leer van de Boeddha te verspreiden. Doen wat goed is, andere mensen helpen, werken met weldadigheid en moraliteit, brengt goed resultaat, levert een koel en gelukkig bewustzijn voor jezelf en anderen.

Andere mensen onderwijzen is een prachtige en belangrijke verantwoordelijkheid die men van harte dient te accepteren. De manier om het juist te doen is door te begrijpen dat door anderen te onderwijzen je altijd jezelf moet onderwijzen. Je moet zorgen voor je eigen beoefening en je eigen puurheid. Het is niet genoeg om simpelweg anderen te vertellen wat niet correct is. Je moet in je eigen hart werken met wat je onderwijst, onwankelbaar eerlijk met jezelf en anderen. Erken wat puur is en wat niet. De essentie van de leer van de Boeddha is om te leren de dingen op een eerlijke, volledige en heldere manier te zien. Het zien van de waarheid brengt in zichzelf vrijheid.

V: Kunt u de belangrijkste punten uit onze discussie bespreken?

A: Je moet jezelf onderzoeken. Weet wie je bent. Ken je lichaam en bewustzijn door simpelweg te kijken. Ken tijdens het zitten, slapen, eten, je limieten. Gebruik wijsheid. De beoefening is niet te proberen iets te bereiken. Heb gewoon bewuste aandacht voor wat is. Onze hele meditatie is direct kijken naar het hart. Je zult lijden zien; de oorzaak daarvan, en het einde daarvan. Maar je moet geduldig en volhardend zijn. Langzaam maar zeker zal je leren. De Boeddha onderwees zijn leerlingen om ten minste vijf jaar bij hun leraar te blijven.

Beoefen niet te streng. Raak niet verstrikt in uiterlijke vorm. Wees simpelweg natuurlijk en kijk daar naar. De discipline en regels van de monniken zijn heel belangrijk. Ze zorgen voor een simpel en harmonieus milieu. Gebruik ze goed. Maar onthoud, de essentie van de discipline van de monniken is kijken naar intenties, het onderzoeken van het hart. Je moet wijsheid hebben.

Kijken naar anderen is slechte beoefening. Discrimineer niet. Zou je overstuur raken over een kleine boom in het bos omdat hij niet zo groot en recht is als de anderen? Oordeel niet over andere mensen. Je hebt zo veel variëteit – het is niet nodig om de last te dragen ze allemaal te willen veranderen.

Je moet de waarde leren van geven en toewijding. Wees geduldig; beoefen moraliteit; leef simpel en natuurlijk; kijk naar het bewustzijn. Deze beoefening zal tot onzelfzuchtigheid en vrede voeren.


Bovenstaande tekst is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald. Een deel van de vragen, antwoorden, en discussies met Ajahn Chah zijn opgenomen tijdens een bezoek van een groep Westerse leerlingen en Dhamma leraren aan Wat Pah Pong. Ook zijn delen van vragen en antwoorden van Living Buddhist Masters opgenomen, een verzameling uit een eerdere periode gedurende de regentijd-retraite van 1970 in Wat Pah Pong. De Engelse versie Questions for the Teacher staat in het boek A Still Forest Pool.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Over Ajahn Chah

De Eerwaarde Ajahn Chah Subhaddo (17 juni 1918 – 16 januari 1992), was een invloedrijke meditatieleraar binnen het boeddhisme en de oprichter van twee grote kloosters in de Thaise bostraditie.

Hij werd gerespecteerd en was geliefd in zijn eigen land als een man met grote wijsheid, en was instrumenteel in het vestigen van het Theravāda-boeddhisme in het Westen. Beginnend in 1979 met het oprichten van Cittaviveka (beter bekent als Chithurst Buddhist Monastery) in Groot Brittannië, heeft de Thaise bostraditie van Ajahn Chah zich door heel Europa, de VS en het Britse Gemeengoed verspreid.

De ‘Dhamma-talks’ van Ajahn Chah zijn opgenomen en vertaald in verschillende talen. Hij stond bekend om zijn simpele en heldere presentatie van de Dhamma, die zowel de lokale dorpelingen als de hoogste sociale klasse in Bangkok inspireerde. 

Hij stond ook bekend als de meester met de meeste westerse monnik-discipelen, waarvoor hij een apart klooster (Wat Pah Nanachat) opende vlakbij zijn eigen klooster Wat Nong Pah Pong. Meer dan een miljoen mensen, waaronder de Thaise Koninklijke familie, kwamen op de begrafenis van Ajahn Chah in 1992. Hij heeft een erfenis aan ‘Dhamma-talks’, leerlingen en kloosters nagelaten.

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276