Thānissaro Bhikkhu

Devadaha Sutta: Bij Devadaha

een standbeeld van een persoon zittend op een voetstuk

Ik heb gehoord dat de Gezegende op een keer verbleef onder de Sakyans in een Sakyan stad genaamd Devadaha. Toen ging een groot aantal monniken op weg naar afgelegen districten naar de Gezegende en gingen bij aankomst, na voor hem gebogen te hebben, aan één kant zitten. Terwijl ze daar zaten zeiden ze tegen de Gezegende: “Heer, we willen naar het platteland van de afgelegen districten gaan en ons daar vestigen.”

“Hebben jullie Sariputta ingelicht?”

“Nee, heer, we hebben de Eerwaarde Sariputta niet ingelicht.”

“Informeer Sariputta, monniken. Sariputta is wijs, een grote hulp voor de monniken die zijn broeders zijn in het heilige leven.”

“Zoals u zegt, heer,” antwoordden de monniken.

Op dat moment zat de Eerwaarde Sariputta onder een zekere cassiaboom niet ver van de Gezegende. Toen stonden de monniken, verheugd over en instemmend met de woorden van de Gezegende, op van hun stoelen en gingen – buigend voor de Gezegende en hem omcirkelend, hem rechts van zich houdend – naar de Eerwaarde Sariputta. Bij aankomst wisselden ze hoffelijke groeten met hem uit. Na een uitwisseling van vriendelijke groeten en beleefdheden gingen ze aan één kant zitten. Terwijl ze daar zaten, zeiden ze tegen de Eerwaarde Sariputta: “Vriend Sariputta, we willen naar het platteland van de afgelegen districten gaan en ons daar vestigen. We hebben de Leraar al ingelicht.”

“Vrienden, in vreemde landen zijn er wijze edelen en brahmanen, huishouders en contemplatieven – want de mensen daar zijn wijs en onderscheidend – die een monnik zullen vragen: ‘Wat is de leer van uw leraar? Heb je goed naar de leer geluisterd – goed begrepen, goed bijgewoond, goed overwogen, goed doorgedrongen door middel van onderscheidingsvermogen – zodat je in je antwoord zult spreken in overeenstemming met wat de Gezegende heeft gezegd, de Gezegende niet in een verkeerd daglicht zult stellen met wat niet feitelijk is, zult antwoorden in overeenstemming met de Dharma, en niemand wiens denken in overeenstemming is met de Dharma reden zal hebben om je te bekritiseren?”

“We zouden van ver komen om de verklaring van deze woorden te horen in de aanwezigheid van de Eerwaarde Sariputta. Het zou goed zijn als de Eerwaarde  Sariputta zelf ons zou inlichten over hun betekenis.”

“In dat geval, vrienden, luister en let goed op. Ik zal spreken.”

“Zoals u zegt, vriend,” antwoordden de monniken.

De Eerwaarde Sariputta zei: “Vrienden, in vreemde landen zijn er wijze edelen en brahmanen, huishouders & contemplatieven – want de mensen daar zijn wijs en onderscheidend – die een monnik zullen vragen: ‘Wat is de leer van uw leraar? Wat onderwijst hij?

“Aldus gevraagd, moet u antwoorden: ‘Wanneer men niet vrij is van hartstocht, verlangen, liefde, dorst, koorts en hunkering naar vorm, dan ontstaat uit elke verandering en wijziging in die vorm verdriet, klaagzang, pijn, smart en wanhoop. Wanneer men niet vrij is van passie… voor gevoel… voor waarneming… voor verzinsels… Wanneer men niet vrij is van hartstocht, verlangen, liefde, dorst, koorts en hunkering naar bewustzijn, dan ontstaat uit elke verandering en wijziging in dat bewustzijn verdriet, klaagzang, pijn, rouw en wanhoop. Dit gevaar ziende, onderwijst onze leraar het onderwerpen van passie en verlangen naar vorm… naar gevoel… naar waarneming… naar verzinsels. Dit gevaar ziende leert onze leraar het onderwerpen van passie en verlangen naar bewustzijn.

“Na aldus te zijn beantwoord, zijn er misschien wijze edelen en brahmanen, huishouders en contemplatieven… die u verder zullen ondervragen: ‘En ziende welk voordeel uw leraar onderwijst het onderwerpen van passie en verlangen naar vorm… naar gevoel… naar waarneming… naar verzinsels.’ Als je ziet welk voordeel je leraar onderwijst in het onderwerpen van passie en verlangen naar bewustzijn?’

“Aldus gevraagd, moet je antwoorden: ‘Wanneer men vrij is van passie, verlangen, liefde, dorst, koorts, en verlangen naar vorm, dan ontstaat er bij elke verandering en wijziging in die vorm geen verdriet, klaagzang, pijn, smart of wanhoop. Wanneer men vrij is van passie… voor gevoel… voor waarneming… voor verzinsels… Wanneer men vrij is van passie, verlangen, liefde, dorst, koorts en hunkering naar bewustzijn, dan ontstaat er bij elke verandering en wijziging in dat bewustzijn geen verdriet, klaagzang, pijn, smart of wanhoop. Dit voordeel ziende, onderwijst onze leraar het onderwerpen van passie en verlangen naar vorm… naar gevoel… naar waarneming… naar verzinsels. Dit voordeel ziende leert onze leraar het onderwerpen van passie en verlangen naar bewustzijn.

“Vrienden, als iemand die binnentreedt en blijft in onbekwame mentale kwaliteiten een aangenaam verblijf zou hebben in het hier en nu – onbedreigd, zonder wanhoop, zonder koorts – en bij het uiteenvallen van het lichaam, na de dood, een goede bestemming zou kunnen verwachten, dan zou de Gezegende niet pleiten voor het opgeven van onbekwame mentale kwaliteiten. Maar omdat iemand die binnengaat en blijft in onbekwame mentale kwaliteiten een stressvol verblijf heeft in het hier en nu – bedreigd, wanhopig en koortsig – en bij het uiteenvallen van het lichaam, na de dood, een slechte bestemming kan verwachten, daarom pleit de Gezegende voor het opgeven van onbekwame mentale kwaliteiten.

“Als iemand die binnengaat en verblijft in vaardige mentale kwaliteiten een stressvol verblijf zou hebben in het hier en nu – bedreigd, wanhopig, en koortsig – en bij het uiteenvallen van het lichaam, na de dood, een slechte bestemming zou kunnen verwachten, dan zou de Gezegende niet pleiten voor het binnengaan in bekwame mentale kwaliteiten. Maar omdat iemand die binnengaat en blijft in bekwame mentale kwaliteiten een aangenaam verblijf heeft in het hier en nu – onbedreigd, niet wanhopig, niet koortsig – en bij het uiteenvallen van het lichaam, na de dood, een goede bestemming kan verwachten, daarom pleit de Gezegende voor het binnengaan in heilzame mentale kwaliteiten.”

Dat is wat de Eerwaarde Sariputta zei. De monniken waren verheugd over de woorden van de Eerwaarde Sariputta.


Bovenstaande tekst is door de redactie van buddho.org naar het Nederlands vertaald. De Engelse versie van deze sutta, vertaald uit het Pali door Thānissaro Bhikkhu, At Devadaha Devadaha Sutta (SN 22:2) staat op dhammatalks.org.


Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.

Gratis Meditatiecursus

Over Thānissaro Bhikkhu

Thānissaro Bhikkhu (Geoffrey DeGraff) is een Amerikaanse boeddhistische monnik in de kammaṭṭhāna (Thaise bos) Traditie. Na zijn afstuderen op het Oberlin College in 1971 met een graad in Europese Intellectuele Geschiedenis, reisde hij naar Thailand, waar hij meditatie bestudeerde bij Ajahn Fuang Jotiko, die zelf een discipel was van de overleden Ajahn Lee.

Hij trad in 1976 in Wat Dhammasathit toe tot de orde van monniken, waar hij na de dood van zijn leraar in 1986 bleef. In 1991 reisde hij naar de heuvels van San Diego County in de VS, waar hij Ajahn Suwat Suwaco hielp met het oprichten van Metta Forest Monastery (Wat Mettavanaram). Sinds 1993 is hij abt van dat klooster.

Ṭhānissaro Bhikkhu is misschien wel het meest bekend om zijn vertalingen van de Dhammapada en de Sutta Pitaka - meer dan 1000 sutta’s - dat zo het hoofdaandeel aan sutta-vertalingen voor de website Accesstoinsight vormt, en zijn vertalingen van 'Dhamma-talks' van de Thaise (bos-) Ajahns. Hij heeft ook meerdere eigen werken over de Dhamma en studiegidsen voor zijn Pali vertalingen geschreven.

Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg

Boeddha, Dhp 276