Vipassanā betekent zoveel als inzicht en wordt vaak vertaald als inzichtmeditatie. Soms wordt dit gezien als een aparte vorm van boeddhistische meditatie.
Veel mensen willen meteen inzicht in de veronderstelling dat het daar allemaal om draait. Ze hebben gehoord dat de directe beoefening van vipassanā zonder de eraan voorafgaande ontwikkeling van hoge concentratie de snelste weg is.
Wat misschien niet iedereen zich beseft is dat de vorm van vipassanā zoals die vandaag de dag wordt beoefend vrij nieuw is.
Het betreft bijna altijd een afgeleide van de zogenoemde ‘Nieuw Birmese Methode’ met als oprichter Mahasi Sayadaw, een zeer vooraanstaand meditatieleraar van het begin van de 20e eeuw.
Mahasi Sayadaw zag het grote belang van samatha-meditatie in, maar dacht dat het voor veel mensen te frustrerend zou zijn om het pad van concentratie te volgen.
Daarom onderwees hij vipassanā, zodat degenen voor wie mediteren anders te frustrerend zou zijn toch zouden kunnen beginnen, om eventueel later alsnog concentratie te kunnen ontwikkelen. Zo maakte hij mediteren toegankelijker.
Ook de teksten van Ledi Sayadaw, een andere grondlegger van het hedendaagse vipassanā, benadrukt (bijvoorbeeld in zijn werk Bodhipakkhiya Dipani) keer op keer op zeer confronterende toon het belang van de ontwikkeling van concentratie in combinatie met inzicht en het onvermogen van veel hedendaagse mensen om het bewustzijn voldoende te concentreren om inzicht te kunnen krijgen.
Waarom is Vipassanā Bekender dan Samatha?
Dat vipassanā-meditatie als losstaand systeem zoveel bekendheid heeft gekregen dat het in het Westen bijna een synoniem voor boeddhistische meditatie is geworden, is niet omdat het een beter meditatiesysteem is dan samatha-meditatie, maar vanwege maatschappelijke en politieke omstandigheden.
Mahasi Sayadaw had vooraanstaande en rijke Birmese discipelen die vipassanā hebben gepromoot door het opzetten van meditatiecentra. Deze centra mochten later van de militaire junta gewoon blijven bestaan en werden niet als bedreiging gezien terwijl de junta wel bang was voor de samatha-leraren.
De mentale krachten en het zuivere bewustzijn van samatha-leraren vormden een bedreiging omdat zij in de regel niet mee gingen met de koers die de junta had ingeslagen. Er heerste dan ook een verbod op samatha-meditatieonderwijs en leraren die bekend raakten om hun concentratie werden vervolgd.
Ook Ahba moest Myanmar uiteindelijk ontvluchten toen steeds meer hoge regeringsfunctionarissen naar hem toe kwamen voor advies.
Hierdoor was het vipassanā waarmee de eerste westerse beoefenaren in contact kwamen. Zij namen het systeem op hun beurt mee naar Europa en Amerika.
In de loop der jaren lijkt de oorspronkelijke gedachte van Mahasi Sayadaw, met name ten aanzien van het belang van concentratie, te zijn vergeten.
Is Vipassanā niet het Hoogste en Samatha Gevaarlijk?
Tegenwoordig wordt vaak gesteld dat vipassanā het hoogste en beste is, en samatha niet belangrijk is of zelfs moet worden gemeden.
Soms stellen mensen zelfs dat concentratie gevaarlijk is omdat het plezier van hoge concentratie zo groot zou zijn dat het tot nieuw en sterk verlangen zou leiden.
Vaak wordt in deze context ook naar de jhāna’s verwezen, toestanden van uiterst diepe concentratie waarbij het bewustzijn volledig geabsorbeerd is in het object waar het zich op richt.
Wat dat mogelijke gevaar betreft als reden om geen samahta-meditatie te beoefenen kan het beste naar de Boeddha zelf worden gekeken.
De Boeddha spreekt heel vaak over jhāna als hij over meditatie spreekt en herhaaldelijk stimuleert hij de monniken hiernaar te streven als voorwaarde voor wijsheid.
Nergens in de oude geschriften geeft hij aan dat je geen jhāna zou moeten ontwikkelen omdat het gevaarlijk zou zijn.
Maar ook Ledi Sayadaw, zoals eerder genoemd een van de grondleggers van het hedendaagse vipassanā, is heir heel duidelijk over:
Alleen de zeer wijzen met grote verworvenheid kunnen de jhāna meester worden en ze gebruiken als basis voor inzicht. Desalniettemin dienen alle vormen van kusala (heilzaamheid) – waarvan samatha (concentratie) een van de hoogste is – ontwikkeld te worden, want alle kusala ondersteunen inzicht.
Daarnaast wordt er in het Westen ook veel te makkelijk gedacht over het behalen van hoge concentratie, laat staan jhāna. Alsof je meteen het risico loopt om verknocht te raken aan jhāna zodra je begint met samatha-meditatie.
Ter nuancering: Ahba heeft wel eens verteld dat er vandaag de dag vrijwel niemand is die jhāna kan bereiken door de enorme mentale zuiverheid die daarvoor nodig is.
Samatha: Fundament voor Inzicht
Net als de Boeddha onderwijst ook Ahba concentratie als voorwaarde voor inzicht.
Om het belang van het ontwikkelen van concentratie voor het ontwikkelen van inzicht te benadrukken geeft Ahba het voorbeeld van een lichaam:
Als je een vies lichaam hebt, vol korsten, puisten, bloed en vervormingen, en je hangt er juwelen om heen, bijvoorbeeld een ketting en oorbellen, is het dan plotseling een mooi lichaam? Nee! Als je een schoon lichaam hebt, helemaal zuiver, geen vlekken of vervormingen te bekennen, zacht en soepel, maar zonder juwelen, is dit dan een mooi lichaam? Ja! Stel je hangt om dit mooie lichaam juwelen, wordt het dan nog mooier? Ja! Net zo is het met concentratie en inzicht. Zonder concentratie is het bewustzijn als een vies lichaam waar je met vipassanā juweeltjes aan probeert te hangen. Het schone, heldere, zuivere en werkbare geconcentreerde bewustzijn is als het schone lichaam, waarvoor de juwelen van inzicht passend zijn.
Ahba volgt hiermee het graduele pad van moraliteit (sīla), concentratie (samādhi) en wijsheid (paññā), ofwel het Achtvoudige Pad, zoals dat ook door de Boeddha werd onderwezen.
Op aangeven van de leraar kan, als de concentratie goed is, zonder problemen vipassanā (inzicht) worden beoefend. Omdat het fundament dan erg goed is, is vipassanā gemakkelijk en gaat het verwerven van wijsheid vanzelf.
Zonder concentratie is de beoefening van vipassanā zinloos.
Concentratie gaat rechtstreeks in tegen verlangen. Als het bewustzijn geconcentreerd is dan is er geen verlangen, en verlangen staat aan de bron van al ons leed.
Het idee dat een weg de ‘snelste’ is past bij de moderne mens. De ontwikkeling van het bewustzijn door middel van meditatie kent echter geen snelste weg.
De Boeddha onderwees de weg van moraliteit, concentratie en wijsheid en het is niet mogelijk om zomaar het stuk concentratie over te slaan, omdat wij denken dit vandaag de dag niet meer nodig te hebben.
De ontwikkeling van het bewustzijn vergt nu eenmaal geduld, toewijding en inspanning, maar elke stap is er een!
Wie zich afvraagt of Ahba de enige is die zich tegen het ontwikkelen van inzicht zonder concentratie uitspreekt zou bijvoorbeeld eens een tekst van grote meditatiemeesters en leraren als Ajahn Mun, Ajahn Sao, Ajahn Thate, Ajahn Chah, Ajahn Sumedho of Pa-Auk Sayadaw kunnen lezen.
Zonder moraliteit geen concentratie, zonder concentratie geen wijsheid, zonder wijsheid geen verdere ontwikkeling van moraliteit en concentratie.
Er is geen ‘snelste’ weg.
Deze tekst werd eerder gepubliceerd in Samatha Meditatie: Fundament voor Inzicht.
Wil je beginnen met mediteren of ben je op zoek naar meer verdieping?
Wij bieden persoonlijke begeleiding, volledig op donatie basis.
Je moet zelf de inspanning leveren, de Boeddhas wijzen slechts de weg
Boeddha, Dhp 276